Stadsrekening 2016
PCPortal

De belangrijkste resultaten

Bestuur en Middelen
  • Eind 2016 is er een bestuursakkoord gesloten waarin de ambities verwoord staan die Arnhem, Nijmegen en de
    Provincie Gelderland de komende tien jaar willen realiseren om terug te keren in de top van
    de economisch best presterende regio’s van Nederland. Dit doen we met elkaar en met behulp van
    onder meer bedrijven, kennisinstellingen, gemeenten en Rijk. De ambities zijn nu vertaald in
    een eerste gezamenlijke Investeringsagenda 2017-2018, die de partijen jaarlijks zullen
    actualiseren.

  • Nijmegen werd in 2015 door de ministeries van Binnenlandse Zaken en Economische Zaken in het kader van Agenda Stad gevraagd trekker te willen zijn voor een City Deal “Energy, Food, Health”. Omdat hiermee de kern werd benoemd van onze triple helix economic board is hiervoor in 2016 samenwerking aangegaan. Deze samenwerking is aangegaan met de GelreStad-partners (Apeldoorn, Arnhem, Ede en de Provincie), met de kennisinstellingen (met name de Radboud Universiteit Nijmegen (RUN), de Wageningen University & Research) en met een groot aantal private partijen (waaronder Alliander en NXP). De City Deal is eind 2016 afgerond en op 30 januari 2017 door 20 partijen, inclusief het ministerie Economische Zaken, getekend.

  • Nijmegen was ook vanaf januari 2016 namens het Netwerk Kennissteden trekker van de City Deal “Kennis Maken”. Dat netwerk bestaat uit de 12 universiteitssteden, de vereniging van Nederlandse Universiteiten (VSNU), de vereniging Hogescholen (VH) en het kenniscentrum studentenhuisvesting (Kences).

    De City Deal beoogt de stad tot rijke leeromgeving en living lab voor studenten te maken. De City Deal is eind 2016 afgerond en op 2 februari 2017 getekend door onder meer de ministeries OCW en BZK.

    In Nijmegen is de samenwerking met RUN en HAN versterkt middels een intentieverklaring die in 2017 moet leiden tot een strategische agenda en een concrete uitwerking van de City Deal.

  • Met de zogeheten “Oversteek” is een nieuw instrument aan ons personeelsbeleid toegevoegd gericht op de duurzame inzetbaarheid van de medewerkers en gericht op efficiency van onze bedrijfsvoering. Uitgangspunt is dat medewerkers in algemene dienst zijn en dat nieuw of vrijkomend werk organisatiebreed wordt aangeboden via een resultaatgerichte opdracht. Het is een transparante methode om op een meer flexibele wijze de juiste man/vrouw op de juiste plek te krijgen en daarmee het beste resultaat te behalen in ons gezamenlijke werk voor de stad. Zo kunnen we beter en sneller inspelen op ontwikkelingen en complexere dynamische opgaven.

    In 2016 zijn de eerste stappen hierin gezet. Hiermee past dit instrument in de tijd van flexibilisering van de arbeidsmarkt.

  • De Waarderingskamer heeft ons wederom een goedkeurende verklaring gegeven. Dit betekent dat de processen en de modellen voor het modelmatig waarderen goedgekeurd zijn en dat wij de OZB aanslagen mochten opleggen. Wij hebben eind februari 2016 96,5% van de WOZ-beschikkingen/gecombineerde belastingaanslagen over 2016 verzonden. Op 31-12-2016 was dit 98,6%. Van de 2.419 ingediende bezwaarschriften WOZ 2016 (tegen de waarde, de objectafbakening en het belang, m.u.v. ambtshalve bezwaren) hebben wij 98% afgehandeld. Hiervan was 81% ongegrond.

  • In 2016 is binnen de Euregio Rijn Waal door Nijmegen betrokken bij het stand brengen van het zes steden initiatief. De steden Arnhem, Duisburg, Düsseldorf, Ede, Moers en Nijmegen gaan een meerjarige grensoverschrijdende samenwerking aan op meerdere beleidsvelden (economie, arbeidsmarkt, milieu/klimaat, mobiliteit, migratie). Op 3 februari 2017 is te Düsseldorf door de zes burgemeesters de samenwerking bekrachtigd.

  • De omgeving waarin gemeenten nu en de komende jaren opereren is complex. Denk aan de omvangrijke en snelle decentralisatie van rijkstaken en de gevolgen hiervan voor onze burger, en allerlei complexe maatschappelijke vraagstukken zoals de opvang van vluchtelingen. Ook in onze stad hebben we ook in 2016 gestaan voor grote opgaven: de regionalisering, de verdere ontwikkeling van Waalsprong en Waalfront, de opvang van vluchtelingen en statushouders. Dit alles vond plaats in combinatie met bezuinigingen en in een jaar dat in onze stad op sportief en cultureel gebied veel gebeurde.

    Ook in Nijmegen hebben we daarom onze organisatie verder doorontwikkeld. De basis is gevormd door een aantal trajecten als MeeAnder, De Bedoeling en Vanuit ’t Hart. Hiermee hebben we ons vooral gericht op samenwerken, flexibel werken en verantwoordelijkheden lager in de organisatie gelegd. In de loop van dit jaar is aan de hand van de principes Slim, Slank en Soepel een vervolg gestart. Vanuit het Lean Team zijn organisatie breed een aantal procesdoorlichtingen gedaan, wat geleid heeft tot kortere doorlooptijden, minder processtappen en meer rol duidelijkheid.

  • Nijmegen is in 2016 als enige stad van Nederland door het ministerie BZK voorgedragen bij de Europese Commissie voor het partnership Urban Mobility in het kader van de European Urban Agenda. Dit is een uitwerking van het Pact van Amsterdam (zomer 2015). Het partnership bereidt een nieuw Europees programma voor dat vanaf 2020 na de herstructurering van de Europese structuurfondsen in werking zal treden. Nijmegen zal vanaf 2017 haar ervaringen en kennis welke is opgedaan in het partnership beschikbaar maken voor de G32 en de G4.

  • Wij zijn Nijmegen staat voor wie en wat we willen zijn: een open, zorgzame en initiatiefrijke samenleving waar iedereen meetelt en de mensen zich verantwoordelijk voelen voor de stad en voor elkaar.

    Het jaar 2016 is voor Nijmegen een kroonjaar geweest. Wij hebben als stad heel wat gevierd: honderd jaar Vierdaagse, twee dagen Giro d'Italia en de opening van de Spiegelwaal, om een paar heuglijke evenementen te noemen.


Cultuur, cultuurhistorie en citymarketing
  • Op het nieuwe stadseiland Veur Lent is het 16de eeuwse Fort Knodsenburg herrezen. Bewoners en bezoekers kunnen nu ervaren waar het fort ooit heeft gestaan. Restanten van dit fort werden al eerder onder grote publieke belangstelling blootgelegd tijdens archeologische opgravingen. De gemeente beloofde de restanten zichtbaar te houden. In 2016 zijn de originele bakstenen funderingen van de toegang tot het fort teruggeplaatst. Ook is een 18de eeuws kanon, dat voorheen op de Waalkade stond bij het fort geplaatst.

  • Op 7 en 8 mei van dit jaar deed de Giro d’Italia onze stad aan. Tijdens twee prachtige zomerdagen keken miljoenen televisiekijkers van over de hele wereld en duizenden bezoekers naar prachtige beelden van onze stad, met Tom Dumoulin in het roze. Uitgedrukt in PR-waarde is dit maar liefst € 34,1 miljoen. De bezoekers gaven het evenement een hoog cijfer: 8,1! Dit is een stuk hoger dan de meeste andere grote wielerrondes van de afgelopen jaren.  Daarnaast was er een mooi programma met side-events, zowel in de wijken als in de binnenstad.

  • Iedere vier jaar voeren we een publieksonderzoek uit samen met de gesubsidieerde podia in Nijmegen. Uit het onderzoek blijkt dat een groot deel van het publiek van de podia is tevreden over het aanbod, de accommodaties en de service. De waardering voor het in 2014 geopende Doornroosje is een stuk hoger dan die voor de oude vestiging en het publiek van dit poppodium is verbreed. Ook de verbouwing van De Vereeniging in 2015 heeft tot een meer positieve waardering van de accommodatie geleid. Met 607.144 bezoekers in 2016 hebben de podia 8% weer meer bezoekers getrokken dan in 2015. Daarnaast blijkt dat de bestedingen aan entree, horeca, parkeren, overnachten,  van de bezoekers fors zijn gestegen: van ruim 5 miljoen euro in 2011 naar bijna 8 miljoen euro in 2015.

  • In 2016 vierden we de honderdste Vierdaagse, een sportevenement dat al jarenlang uniek is, zowel nationaal als internationaal. Vele nationaliteiten (dit jaar maar liefst 68) liepen mee met dit evenement, dat zich dan ook met recht the Walk of the World mag noemen. De koning haalde een deel van de lopers tijdens de intocht op vrijdag binnen: speciaal voor de honderdste Vierdaagsemarsen bezocht hij regio en stad. De media-aandacht voor de honderdste Vierdaagsemarsen was enorm. Absoluut hoogtepunt was de marathonuitzending van de NOS op de vrijdag. Zowel de Vierdaagsemarsen als de Vierdaagsefeesten worden zeer hoog gewaardeerd door de deelnemers, zo bleek dit jaar uit een effectmeting. Lopers waarderen de Vierdaagse met een 8,6, feestvierders de Vierdaagsefeesten met een 8,4. De Vierdaagsefeesten trokken ruim 1.5 miljoen bezoekers.
    De extra investeringsimpuls die de evenementen opleveren, is enorm. Lopers spenderen € 8,3 miljoen extra in de stad, feestvierders € 33,2 miljoen. De totale mediawaarde van de Vierdaagse bedroeg € 23,5 miljoen.

  • In 2016 ontving het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis een record aantal bezoekers van maar liefst 30.300 tegenover een gemiddelde  van  20.000 bezoekers in de afgelopen jaren. Daarnaast is het Huis in 2016 een zelfstandige stichting geworden. De gemeente is ooit met het Huis van de Nijmeegse geschiedenis gestart vanuit de gedacht dat het Huis te zijner tijd door de stad moest worden overgenomen.  Het moest echt een Huis voor en door de stad worden.  Dit doel is bereikt met de vorming van de stichting " Huis van de Nijmeegse geschiedenis" en het grote aantal bezoekers.  Er zijn veel bijzondere activiteiten in het huis geweest, o.a. de expositie “Dukenburgs Goud” , geïnitieerd en gemaakt door een aantal gedreven Dukenburgers naar aanleiding van het 50-jarig bestaan van hun wijk.

  • Op 18 november is voor de vierde keer de Vrede van Nijmegen Penning uitgereikt.
    De Vrede van Nijmegen Penning is een tweejaarlijkse prijs die wordt uitgereikt aan een internationale hoofdrolspeler die zich ingezet heeft voor Europa. Dit jaar is de Vrede van Nijmegen Penning met trots in ontvangst genomen door president Guido Raimondi van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. De gemeente Nijmegen heeft deze gebeurtenis ook dit jaar weer georganiseerd en gerealiseerd met partners Radboud Universiteit en NXP Semiconductors.
    Dit jaar is naast de formele uitreiking voor het eerst een side-event programma georganiseerd om onze identiteit als historische stad te versterken, een stad die midden in het Europa van nu staat, waarbij we de verbreding zoeken met de stad. Het goed bezochte programma bestaand uit woord, film en muziek met als thema Blinde Vlek? Mensenrechten in Europa  is in samenwerking met Radboud Reflects en LUX tot stand gekomen.

  • De eerste stap in de richting van de streekomroep is gezet. Zo is de Ontbijtshow van Gerry van Campen te horen in vrijwel heel het Rijk van Nijmegen. Dat is het resultaat van verschillende overleggen tussen de omroepen.  Er zullen steeds meer programma’s volgen. De vorming van de streekomroep gebeurt onder leiding van een projectleider van de NLPO (Nederlandse Lokale Publiek Omroep). Er wordt al op diverse terreinen samengewerkt door de omroepen in de regio.

  • We hebben in april van dit jaar een nieuw filiaal geopend van de bibliotheek in Nijmegen-West.
    Dit filiaal is gehuisvest in Voorzieninghart de Biezantijn. Bij het nieuwe filiaal in Nijmegen-West wordt op veel vlakken samengewerkt met partners. Enkele samenwerkingspartners zijn Seniorweb, UWV, Tandem, STIP, sociaal wijkteam, KION, HAN, consultatiebureau en onderwijs. Op deze manier wordt op een laagdrempelige manier kinderen, jongeren ouders wijkbewoners etc. bereikt. In 2016 zien we opnieuw een stijging van het aantal jeugdleden.
    Naast romans is er een speciale jongerencollectie voor jongeren vanaf 12 jaar. De nieuwe bibliotheek zal zich in het bijzonder richten op nieuwe media. De nieuwe Bieb is helemaal up-to-date met een PlayStation, de mogelijkheid om 3D te printen en met e-books voor je mobiel, tablet of e-reader
    Het filiaal in west is voor de 100-jarige Bibliotheek Gelderland-Zuid de 22e vestiging.

  • Het archeologisch onderzoek op de plaats waar het nieuwe museum De Bastei wordt gebouwd, heeft spectaculaire resultaten en nieuwe inzichten opgeleverd uit 2000 jaar stadsgeschiedenis. Zo is de voortzetting van de Romeinse muur gevonden die 30 jaar geleden onder het casino aan de Waalkade werd opgegraven. Niet minder belangrijk zijn de sporen vanaf de middeleeuwen, die nieuwe inzichten hebben opgeleverd over dit belangrijke deel van de stad aan de voet van de Valkhofheuvel, de stadsmuren en de Stratemakerstoren. Het historisch knooppunt op een relatief klein oppervlak van 300-400 m2 was zo bijzonder dat besloten is om het te laten staan in het nieuwe museum, waarin natuur en cultuurhistorie hand in hand gaan. Nijmegen, de oudste stad van Nederland, krijgt hiermee een unieke locatie waar haar lange geschiedenis is te zien op de plek waar het is opgegraven.

  • Bij een groot aantal activiteiten die in het kader van het Kroonjaar Wij Zijn Nijmegen in 2016 zijn georganiseerd is gebruik gemaakt van inhoudelijke kennis en beeldmateriaal van het Regionaal Archief Nijmegen. Zo stelden wij foto’s beschikbaar voor het 100-jarig bestaan van de Openbare Bibliotheek, de opening van Ruimte voor de Waal, het 50-jarig bestaan van Dukenburg, de 100ste Vierdaagse en de komst van de Giro in Nijmegen. Daarnaast maakte het Archief met hulp van veel vrijwilligers een groot deel van de deelnemersregisters van de Vierdaagse toegankelijk. Tijdens de opening van Ruimte voor de Waal/Rivierpark vertoonden wij aan vele honderden bezoekers historisch beeldmateriaal over het betreffende gebied. Op de kennisbank van het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis werd een speciale pagina over de geschiedenis van de Bibliotheek gelanceerd. En ter gelegenheid van de komst van de Giro organiseerden wij een fotowedstrijd, waarbij wij een selectie van de in totaal 235 ingezonden foto’s konden opnemen in de beeldbank, zodat de indrukken van het evenement bewaard kunnen blijven. In het jaarverslag staan de resultaten van het regionale archief uitgebreid beschreven.

  • In maart 2016 zijn de betonnen wegversperringen (‘roadblocks’) uit de Tweede Wereldoorlog die bij het archeologisch onderzoek rondom de Waalbrug tevoorschijn kwamen in het gebied terug geplaatst. De enorme blokken vallen onmiddellijk op, liggend naast de weg naar de Waalbrug en dichtbij hun oorspronkelijke standplaats tijdens de oorlog. De Duitsers plaatsten in 1943 meerdere blokken op de oprit naar de Waalbrug. Nog zichtbaar zijn de tientallen inslagen van kogels en granaatscherven die de heftige strijd om de Waalbrug in september 1944 visualiseren.

  • Op 2 januari 2016 openden we met de nieuwjaarsreceptie de viering van het bijzondere jaar 2016 met al haar evenementen en jubilea. We hebben deze festiviteiten, zoals de opening van het Rivierpark, de Giro, de 100ste 4 Daagse etc., aangegrepen om zoveel mogelijk Nijmegenaren elkaar te laten ontmoeten, te verbinden en samen de trots op onze stad uit te dragen. Daarvoor hebben we een nieuw motto geïntroduceerd: Wij zijn Nijmegen! Het bijbehorende logo & staat symbool voor de inclusiviteit:  iedereen telt mee!
    Gedurende heel 2016 zijn in het kader van Wij zijn Nijmegen jubilea gevierd, vele activiteiten georganiseerd en tal van initiatieven gestart. Zo’n 75 initiatieven vanuit de stad zijn door ons ondersteund met kennis, netwerk en financiële middelen. Daarnaast hebben  vele initiatieven/evenementen die reeds op eigen benen stonden nadrukkelijk aansluiting gezocht bij het gedachtegoed: Wij zijn Lux Nijmegen, Wij zijn Special Olympics Nijmegen, Wij zijn SWON Nijmegen, Wij zijn Ronald McDonaldhuis Nijmegen, Wij zijn 50 jaar Dukenburg Nijmegen,  etc. Het feestelijke jaar hebben we afgesloten met een taartbakwedstrijd Soet&Hertig in de Stevenskerk.

Dienstverlening & burgerzaken
  • Aantallen

    2015

    2016

    Aantal klanten Publieksdienstverlening(burgerzakenproducten)

    124.519

    126.201

    Aantal klanten Publieksdienstverlening (parkeervergunningen)

    6.532

    2.314

    Aantal klanten specialistische vragen burgerzaken

    2.879

    4.194

    Aantal klanten Register Niet Ingezetenen

    6.815

    9.693

    Aantal telefonische vragen

    234.204

    234.031

    Aantal huwelijken

    564

    596

    Uittreksels Burgerlijke Stand

    7.796

    7.739

    Uittreksels Basisregistratie

    9.311

    9.511

    Naturalisaties

    331

    341

    Reisdocumenten

    35.653

    37.070

    Rijbewijzen

    11.156

    13.755

    Verklaring omtrent gedrag

    5.390

    4.789

    1. Het aantal klanten Publieksdienstverlening voor de burgerzakenproducten steeg (rijbewijzen, paspoorten). Voor 836 klanten werd een spoedafspraak gemaakt. Bureau Publieksdienstverlening heeft in 2015 al een gedeelte van de parkeervergunningen in behandeling genomen. In 2016 werden deze aanvragen door dit bureau volledig afgehandeld. Het aantal klanten voor dit product daalde als gevolg van de digitalisering.
    2.  Het aantal specialistische vragen nam toe, omdat er meer buitenlandse studenten werden ingeschreven, maar ook de eerste inschrijvingen niet EU-burgers en 1e inschrijving in Nederland namen fors toe.
    3.  Het aantal klanten voor het loket Register Niet Ingezetenen steeg met 42%. Meer mensen uit de diverse
    Oost-Europese landen bezochten het loket. Landelijk naam de vraag toe en daarnaast staat Nijmegen bekend om de vlotte en goede afwerking van de klantvraag.

  • De Landelijke Aanpak Adreskwaliteit leverde voor Nijmegen 334 signalen op. Al deze signalen zijn onderzocht en  voor 150 gevallen moest een adresonderzoek worden opgestart. In  10% (15 adressen) van de gevallen kwam de feitelijke werkelijkheid niet overeen met de Basisregistratie personen en werd de Basisregistratie Personen in overeenstemming gebracht met de werkelijkheid.

  • Voor het opvangen van de zomerpiek reisdocumenten organiseerden we extra koopavonden. In december waren er twee extra koopavonden voor reisdocumenten. Dat was nodig, omdat vanaf 1 januari 2012 de bijschrijving van kinderen in het paspoort van de ouders is vervallen. Kort hiervoor hebben veel burgers nog snel een document aangevraagd. Per 1 januari 2017 waren deze  documenten niet meer geldig.

  • Diverse wetten schrijven een kwaliteitscontrole voor op een aantal onderdelen. De controles van afgelopen jaar hebben tot de volgende resultaten geleid:

    1. Wet Basisregistratie personen: we zijn verplicht om jaarlijks een onderzoek uit te voeren naar de inrichting, de werking en de beveiliging van de basisregistratie (o.a. persoonsgegevens). De kwaliteit van de Basisregistratie is goed (we realiseren meer dan 95% van de maximaal te behalen score van 100%).
    2. De Paspoortuitvoeringsregeling vereist jaarlijks een onderzoek. Dit onderzoek is goed afgerond (95% van de maximaal te behalen score).
    3. De zelfevaluatie van het RNI-loket (RegisterNiet-Ingezetenen) heeft plaatsgevonden voor een drietal thema's personeel, processen en documenten.De score voor deze thema's was goed.
  • Het landelijk referendum over de associatie-overeenkomst EU-Oekraïne vond plaats op 6 april. De opkomst  was 30,9%.

  • Vanaf juli  hoeven burgers hun vermissing van een rijbewijs of reisdocument niet meer te melden bij de politie, maar rechtstreeks bij de gemeente. De vermissing voor een reisdocument kan online bij de gemeente worden aangegeven.

  • Voor Burgerzaken boden we meer digitale producten aan (uittreksels, geheimhouding en emigratie).
    We ontvingen 39.000  berichten via een tweet of facebook . Dat zijn berichten die hoofdzakelijk gingen over dienstverlening en publieksinformatie.  De Vierdaagse leverde meer dan 16.000 reacties via Twitter en Facebook en de Giro 5.000 berichten.

  • In 2016 heeft de voorbereiding plaatsgevonden voor de nieuwe website. Een aantal medewerkers is opgeleid om taakgerichte informatie te schrijven in begrijpelijke taal. De websitebezoeker kan dan snel de informatie vinden die hij zoekt. Daarnaast  zijn er technische voorbereidingen gedaan (selecteren en testen nieuwe zoekmachine, nieuw design). De nieuwe website gaat in 2017 live.

  • In mei 2016 is de Open Vraag Spraakherkenning (OVSH) geïmplementeerd voor 14024. OVSH stelt bellers in staat  in eigen bewoordingen hun vraag in te spreken en te vertalen  naar een intern product of dienst. Op basis hiervan is het mogelijk de beller te routeren of vragen automatisch te beantwoorden. Vanaf 1 juni 2016  werd de beller na het inspreken van de gemeenten en de vraag direct met de juiste medewerker doorverbonden. Er wordt geen keuzemenu gebruikt en op veel voorkomende vragen kan een tekst worden ingesproken.
    Op basis van de beschikbare managementinformatie kunnen verbeteringen worden ingevoerd.

  • In mei 2016 verhuisde de Stadswinkel naar de Mariënbeurs. Al onze klanten ontvingen we op afspraak, met uitzondering voor het afhalen van documenten, het betalen van belasting en informatievragen. Voor klanten zonder afspraak werd dezelfde dag of op een ander tijdstip een afspraak gemaakt. Spoedgevallen kregen hierin voorrang.

Duurzaamheid
  • In 2016 hebben we voor een kleine 800 geluidbelaste woningen subsidie aangevraagd bij het ministerie van I&M. Het ministerie heeft de subsidie toegekend (4,5 ton) en wij gaan de komende 2 jaar onderzoeken of de woningen in aanmerking komen voor gesubsidieerde geluidsisolatie. Voor de woningen die hiervoor in aanmerking komen vragen wij uitvoeringssubsidie aan waarmee de geluidswerende maatregelen kunnen worden uitgevoerd. In 2015 hebben we ook al subsidie ontvangen (5,5 ton) voor voorbereidingswerkzaamheden. In totaal onderzoeken we de komende jaren ruim 1300 woningen. We verwachten dat bij 25 % van deze woningen daadwerkelijk geluidwerende maatregelen zullen worden getroffen.

  • We hebben eind 2016 het landelijk Manifest Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) ondertekend. Het Manifest vervangt  eerdere afspraken zoals het 100% duurzaam inkopen op basis van minimumeisen. Hier volgen twee concrete voorbeelden over hoe wij vorm geven aan MVI.
    - We hebben met zeventien gemeenten in de regio Arnhem-Nijmegen verder gewerkt aan de voorbereiding voor de aanbesteding duurzame elektriciteit. In november 2016 is de aanbesteding gepubliceerd en kunnen energieleveranciers hun aanbieding gaan doen. Op 1 januari 2018 gaan deze gemeenten niet meer afzonderlijk, maar samen duurzame elektriciteit inkopen. Uniek in deze aanbesteding is dat de duurzame energie uiteindelijk helemaal regionaal moet worden opgewekt door energiebronnen die (deels) nog gerealiseerd moeten worden. Het is de eerste aanbesteding in Nederland waarin dit zo expliciet wordt vastgelegd.
    - De Vervoersorganisatie Regio Arnhem Nijmegen organiseert vanaf  september 2016 namens negentien gemeenten het vervoer voor bijzondere groepen (o.a. het leerlingenvervoer, kleinschalig OV en maatwerkvervoer in het kader van de Participatiewet). De gemeenten hebben in 2016 besloten de optie duurzame voertuigen te lichten. Voor het vervoersysteem AVAN  (Aanvullend openbaar Vervoer regio Arnhem Nijmegen) worden 7% elektrische, 88% groengas en nog maar 5% dieselvoertuigen ingezet. Totaal gaat het om 232 voertuigen.

  • Overschrijding van de wettelijke normen voor NO2 is sinds 2014 niet meer aanwezig, dus ook niet voor 2015. Voor 2013 was nog overschrijding op 0,7 km wegvak geconstateerd. Voor PM10 waren al langer geen overschrijdingen meer. Eventuele overschrijdingen voor NO2 en PM10 in 2016 zullen pas blijken uit berekeningen in 2017, maar zijn zeer onwaarschijnlijk. Blijkens eigen metingen en berekeningen is de luchtkwaliteit in Nijmegen verder verbeterd, zie daarvoor m.n. www.westenweurt.nl
    In 2016 is door de gemeenteraad in het kader van het project ‘Gezondheid en luchtkwaliteit’ een roetnorm vastgesteld in de vorm van een reductienorm.  Met deze roetreductienorm gaan we een relatieve afname (%) van de hoeveelheid roet in de tijd realiseren. De stoffen stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10, PM2,5) nemen daarmee ook verder af.
    Tot het thema luchtkwaliteit behoren uitdrukkelijk ook participatie door inwoners in projecten en initiatieven die bijdragen aan een duurzaam, gezond en leefbaar Nijmegen. Belangrijk voorbeeld hiervan is het in 2016 prijswinnende project Smart Emission (verkiezing Slimste project van Nederland).

  • We hebben ons beleid voor de watertaken (afvalwater, hemelwater en grondwater) vernieuwd. Het beleidsplan voor de watertaken, het ‘Gemeentelijk Rioleringsplan Nijmegen 2017-2023’ (vastgesteld op 28 september 2016), is nu een belangrijke drager voor klimaatadaptatie. De ambities zijn gericht op: het klimaatbestendig maken van Nijmegen, verduurzamen van de waterketen, beschermen van de volksgezondheid en het beperken van (water)overlast. Daarnaast is het plan gericht op doelmatige en risico-gestuurde uitvoering van de beheertaken.

  • Nijmegen mag zich in 2018 een heel jaar lang European Green Capital noemen: de duurzaamste stad van Europa! De Europese Commissie heeft Nijmegen met deze prijs voor onze inspanningen voor de verbetering van het milieu beloond. Nijmegen heeft de titel vooral gewonnen vanwege de vele duurzame projecten en onze hoge participatiegraad. Die projecten onderneemt de stad samen met inwoners, woningcorporaties, scholen, bedrijven en andere organisaties. In 2018 speelt Nijmegen een voortrekkersrol op het gebied van duurzaamheid.

  • In 2016 is met de bouw van de vier windturbines van windcorporatie Windpower gestart en in december zijn ze inwerking getreden. Windpower Nijmegen is een organisatie van burgers die duurzame energie willen realiseren in de regio Nijmegen. De coöperatie – bestaande uit ruim 1.500 leden – heeft 3,5 miljoen eigen vermogen opgebouwd, waarmee de financiering van de turbines rond is gekregen.
    Inmiddels zijn in de Waalsprong en Waalfront 4.188 woningequivalenten aangesloten op het warmtenet. Samen krijgen ze 0,11 Peta Joule aan warmte geleverd in plaats van aardgas. Ook is de verkenning uitgevoerd om het warmtenet door te trekken naar het stationsgebied en daaruit blijken voldoende kansen. Een business case wordt momenteel opgesteld. Tot slot hebben we samen met de woningcorporaties een onderzoek gedaan  naar duurzame alternatieven voor aardgas voor de huurwoningen en hebben deze per stadsdeel in beeld gebracht.

  • In december hebben we met de zeven corporaties en de huurdersbelangenverenigingen de prestatieafspraken ondertekend. Het geheel van afspraken over duurzaamheid heeft Nijmegen de landelijke “StookjeRijktrofee 2016” opgeleverd vanwege de groenste prestatieafspraken. De landelijke ambitie om sociale huurwoningen in 2020 gemiddeld energielabel B te krijgen, halen de Nijmeegse corporaties. Een aantal van hen sneller. In de overeenkomsten is de afspraak vastgelegd dat een tripartite proces wordt gestart waarin de partijen samen scenario’s ontwikkelen, die zicht geven op de haalbaarheid van een energieneutrale huurwoningvoorraad.

  • ·

    Indicatoren milieubeheer bedrijven

    Realisatie
    2016

    Doel
    2016

    2017

    2018

    2019

    2020

    1.

    Aantal aanvragen

    21

    40

    40

    40

    40

    40

    2.

    Aantal besluiten

    10

    40

    40

    40

    40

    40

    3.

    % aanvragen afgehandeld binnen wettelijke termijn

    ?

    80

    90

    90

    90

    90

    4.

    Aantal afgehandelde meldingen

    168

    160

    160

    160

    160

    160

    5.

    a.

    Aantal bezwaren (op dossier niveau)

    3

    10

    10

    10

    10

    10

    b.

    % gegronde bezwaren (op dossier niveau)

    1

    10

    10

    9

    8

    7

    6.

    % realisatie handhavingsprogramma

    100

    100

    100

    100

    100

    100

    7.

    a.

    Aantal klachten

    469

    321

    300

    300

    300

    300

    b.

    % van klachten dat leidt tot concrete handhaving

    7

    10

    10

    10

    10

    10

    8.

    a.

    Aantal controles

    470

    437

    400

    400

    400

    400

    b.

    % hercontroles

    70

    50

    50

    45

    40

    35

    c.

    % 2e hercontroles

    28

    10

    10

    9

    8

    7

    Toelichting:
    1. Het betreft hier de aanvragen rond revisie van een milieuvergunning (3-2-2), veranderen van een milieu inrichting (7-2-3), veranderen van een milieu inrichting zonder milieugevolgen (8-4-5), omgevingsvergunning beperkte milieutoets (5-2-1). Tussen haakjes staan geplande aantal – afgeronde aantal – lopende aantal.
    2. Aantal Wabo besluiten die milieu gerelateerd zijn.
    3. 100% is het streefgetal waar de ODRN vanuit gaat, maar praktisch nooit haalbaar.
    4. Het gaat hier om het totaal van milieu gerelateerde meldingen. Concreet gaat het om meldingen Besluit mobiel breken bouw- en sloopafval (8-8),  melding Activiteitenbesluit (150-159) en melding gesloten bodemenergiesystemen (2-1).. Tussen haakjes staan geplande aantal – afgeronde aantal.
    5. Het gaat hierom bezwaren ingediend tegen vergunningen met de activiteit milieu (2-0) en handhaving milieu (4-3). Tussen haakjes staan geplande aantal – afgeronde aantal. Twee ingediende bezwaren wachten nog op behandeling, dus er is geen uitspraak te doen over percentage gegrond.
    6. Hier wordt de realisatie van het vooraf vastgestelde werkplan verondersteld.
    7. Klachten over hinder van bedrijvigheid worden geregistreerd in de webapplicatie S@men. Niet alle klachten leiden tot een handhavingszaak.
    8. Doordat ODRN controleert bij de meest risicovolle bedrijven en/of die bedrijven waar de naleving het minst is, wordt een hercontrolepercentage van 50% aangehouden en vanuit kwaliteitsverbetering zal het per jaar verbeteren. In 10% van de gevallen is een 2e hercontrole nodig (dit is formeel een voornemen Last Onder Dwangsom). Opvallend is het hoge aantal 1e en 2e hercontroles. Een van de redenen is dat er een kwalitatieve verbetering plaats heeft gevonden door intensief contact tussen inspecteurs. Hierdoor wordt bepaalde overtredingen uniformer aangepakt.

  • Bodemverontreinigingen die risico’s (voor mens, grondwater of ecosysteem) kunnen veroorzaken heten in jargon spoedlocaties. In het landelijk Convenant ‘bodem en ondergrond’ is afgesproken dat onaanvaardbare verspreidings- of ecologische risico’s in2020 ten minste beheerst zijn op basis van een beschikt saneringsplan. Om dit te bereiken hebben wij toegezegd ons te zullen inspannen om eind 2016 voor al deze locaties een beschikking “ernst en spoed” (art 37 Wet bodembescherming) vast te stellen.

    Onze werkvoorraad op spoedlocaties is de afgelopen 15 jaar gekrompen van ongeveer 1.900 naar zo’n 20 locaties. De laatste loodjes wegen het zwaarst, m.a.w. de moeilijkste gevallen worden nu aangepakt. Afgelopen jaar hebben we op één van die moeilijke dossiers  een doorbraak gerealiseerd. De eigenaar had in 2013 met de aanpak van een grondwaterverontreiniging moeten beginnen, maar deed dit niet. Langdurig en intensief overleg heeft tot een onconventionele oplossing geleid. Die resulteert erin dat  de aanpak van de grondwaterverontreiniging naar verwachting nog in 2017 kan beginnen.
    Er zijn nog 5 spoedlocaties waarvoor we nog een besluit ernst en spoed moeten nemen. Daarvoor zijn afgelopen jaar voorbereidende werkzaamheden verricht. Voor het merendeel zullen deze besluiten in 2017 worden genomen.

  • We werken aan de duurzame kwaliteit, de spreiding van groen over de stad en de toegankelijkheid van het groen en waterpartijen. Ook in 2016 stond onze aanpak "Groen Verbindt" hierbij centraal, waarbij we bewoners en ondernemers uitdagen en faciliteren om bij te dragen aan het groen in de wijken. Er zijn ook in 2016 mooie projecten gerealiseerd, zoals:
    - een prachtig voedselbos, in samenspraak met Groengroep Hees en omwonenden, aan de Bredestraat, op de voormalige locatie van de Noviokassen, onderdeel van Park West;
    - de omvorming van vooralsnog de helft van het ‘Delabos’ (Streekweg): overjarige, bouwvallige populieren zijn vervangen door vruchtdragende bomen en struiken, in nauwe samenspraak met groengroep Dukenburg  en omwonenden;
    - de omvorming van de saaie, stenige binnenplaats van buurtcentrum Het Oude Weeshuis (Benedenstad) in een groene oase en speelse beweegtuin, op verzoek en in samenwerking met buurtgroepen en bezoekers van Het Oude Weeshuis;
    - oplevering van het park aan de Spechtstraat, in het kader van meer groen in stenige wijken, waarbij veel energie is gestoken in het betrekken van de buurt;
    - nog niet geheel afgerond is het project "Meer Groen in de Rozenbuurt", hand in hand met reconstructie van deze buurt; wel is nu al de ruimtelijke impact te zien;
    - misschien wel het leukste project was Tuinfruit van de Stichting Co-Bomen (Nijmegen Noord). Nieuwe Nijmegen-Noord-huishoudens krijgen een fruitboom naar keuze aangeboden. De uitreiking van 200 bomen was buitengewoon feestelijk en gezellig. Stichting Co-Bomen en haar groene partners leggen met deze (meerjarige) actie een relatie tussen de agrarische streekhistorie en hedendaags gezond en aangenaam leven in het groene Nijmegen Noord.

Economie en Werk
  • In 2016 hebben we de uitvoering van de Participatiewet voortgezet. Er is een aantal successen te benoemen: de inzet van loonkostensubsidies, het instrument bij uitstek dat bedoeld is voor de nieuwe doelgroep (die voorheen onder andere op Wajong en Wsw zou zijn aangewezen), stijgt; de realisatie van de Banenafspraak ligt op koers; de werkgeversbenadering is versterkt; het SW-bedrijf is volledig geïntegreerd in het Werkbedrijf. Tegelijkertijd zien we dat de uitstroom uit de uitkering lager is dan de doelstelling, en de uitstroom (ook als de doelstelling wel gehaald zou zijn) niet voldoende is om de groei van het bijstandsbestand tegen te gaan. We moeten er rekening mee blijven houden dat de doelgroep van de Participatiewet groeit. De arbeidsmarkt in het Rijk van Nijmegen herstelt zich minder snel dan gemiddeld in Nederland. Bovendien blijft er sprake van een mismatch tussen de kwalificaties van onze kandidaten, en de eisen die gesteld worden aan de vacatures die ontstaan. Een bijkomend gevolg van de trend van flexibele contracten (tijdelijk werk, parttime werk) is het feit dat mensen daardoor minder makkelijk door werk volledig en duurzaam uit de uitkering kunnen uitstromen.

    In onze aanpak van de Participatiewet hebben we stevig ingezet op het verbeteren van de werkgeversbenadering.  Werkgevers zijn het vertrekpunt van de benadering van het Werkbedrijf, omdat daar het werk en de baankansen voor mensen uit onze doelgroep te vinden zijn. Het Werkbedrijf brengt kandidaten bij werkgevers onder de aandacht door ontmoeting en persoonlijk contact te organiseren. Dit gebeurt bijvoorbeeld in werkmarkten, waar werkgevers met vacatures direct met werkzoekenden in gesprek gaan. Naast deze aanpak onderhouden we ook contact met bedrijven door op bedrijfsbezoek te gaan. Dat gebeurt tientallen keren per jaar, zowel ambtelijk als bestuurlijk. Uit deze bezoeken komen regelmatig vacatures, werkervaringsplekken en andere mogelijkheden voor samenwerking voort. In 2016 heeft het Werkbedrijf met ongeveer een kwart van alle bedrijven in onze regio contact gehad.

    Ons bijstandsbestand is in 2016 relatief snel gestegen. In de loop van 2016 is daarom een aantal maatregelen ingezet om de uitstroom uit de uitkering naar werk te verhogen. Het Werkbedrijf heeft extra ingezet op het opleiden van mensen voor sectoren waar veel kans op werk is (onder andere logistiek, schilderwerk en asbestverwijdering). Het Werkbedrijf heeft een detacheringsfaciliteit opgezet, zodat ondernemers die dat willen, gebruik kunnen maken van een standaard-detacheringsconstructie. Dit verlaagt de drempel voor ondernemers om onze kandidaten aan te nemen. We hebben de verbinding tussen de sociale wijkteams en het Werkbedrijf versterkt, zodat de dienstverlening aan kandidaten met problemen op meerdere leefgebieden verbeterd kan worden. Het Werkbedrijf heeft extra aandacht gegeven aan kandidaten die parttime werken, door met de betreffende ondernemer in overleg te gaan over eventuele uitbreiding van het aantal uren, zodat mensen volledig uit de uitkering zouden kunnen komen. Ten slotte hebben we de werkafspraken tussen Werkbedrijf en gemeentelijke uitvoering op het gebied van inkomen aangescherpt, zodat het maatregelenbeleid beter wordt uitgevoerd.

    Het SW-bedrijf (voorheen Breed) is in 2016 volledig onderdeel geworden van het Werkbedrijf, de bestuurlijke verantwoordelijkheid komt daardoor bij de MGR te liggen. De GR Breed wordt formeel geliquideerd. Binnen het SW-bedrijf is in 2016 veel aandacht geweest om de condities waaronder de SW-medewerkers werken, te verbeteren. Hiermee geven we uitvoering aan de motie die de raad hierover eerder heeft aangenomen.

    Voor kandidaten uit (de regio) Nijmegen, hebben we in 2016 de volgende concrete resultaten bereikt:

    • Er zijn 688 mensen uit Nijmegen uitgestroomd uit de uitkering naar werk. Dit is minder dan onze doelstelling om 750 mensen naar werk te laten uitstromen. Begin 2016 zijn we er niet in geslaagd voldoende mensen naar werk te begeleiden. In het laatste kwartaal van 2016 is de uitstroom naar werk echter weer gestegen naar een niveau dat – bij verder gelijk blijvende omstandigheden – leidt tot een uitstroom naar werk van 750. Het aantal plaatsingen op werk (waarbij niet altijd sprake is van uitstroom uit de uitkering) is hoger dan begroot (1500 regionaal, waarvoor 1100 was begroot). Dit gaat onder andere om mensen die parttime gaan werken of mensen die werken met een loonkostensubsidie.
    • De Banenafspraak (de afspraak uit het sociaal akkoord, om uiteindelijk voor 125.000 mensen met een arbeidsbeperking banen te realiseren) ligt op koers. De doelstelling is om eind 2016 305 banen gerealiseerd te hebben. De realisatie is … (cijfer nog niet bekend).
    • We hebben in 2016 34 keer de wettelijke loonkostensubsidie ingezet om Nijmeegse werkzoekenden met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen.
    • We hebben 1034 mensen naar een passend leerwerktraject begeleid. De doelstelling was 1400. (Toelichting volgt nog via Werkbedrijf).
    • Naast de wettelijke loonkostensubsidie, kennen we in onze regio ook een tijdelijke loonkostensubsidie. Deze regeling is bedoeld voor mensen die wel het minimumloon kunnen verdienen (daarom behoren ze niet tot de doelgroep van de wettelijke loonkostensubsidie), maar waarvoor een loonkostensubsidie nodig is om werk bij een reguliere werkgever mogelijk te maken, en zodoende de mensen te laten uitstromen uit de uitkering. We hebben 101 Nijmeegse kandidaten met tijdelijke loonkostensubsidie kunnen laten uitstromen. Dit is conform de doelstelling.
    • In 2016 zijn 46 personen  vanuit een uitkering gestart met een eigen bedrijf met behulp van de Bbz regeling. Dezelfde regeling heeft 33 gevestigde ondernemers, die in financiële problemen dreigden te komen, in staat gesteld om door te gaan met hun bedrijf.
  • De Economische Raad Nijmegen (ERN) is qua samenstelling aangepast naar een locale triple helix-organisatie (complementair aan The Economic Board) en richt zich nog meer op de uitvoering van de Economische Innovatie Agenda 2020.  De Novio Tech Campus en het Startupbeleid zijn een belangrijk onderdeel van deze agenda.

    De Novio Tech Campus is het afgelopen jaar sterk gegroeid. Er zijn in drie jaar tijd zo’n 45 bedrijven gevestigd.  Het gaat zowel om bedrijven in de life sciences en health- als de semiconductorsector.  Dat is goed voor zo’n ruim 400  arbeidsplaatsen; een verdubbeling ten opzichte van 2015. Het dit jaar opgeleverde gebouw A is inmiddels bijna in zijn geheel verhuurd. Kortom de Novio Tech Campus groeit uit zijn jasje! In het cluster van semiconductorbedrijven is de dynamiek groot. Het bedrijf EPR bouwt aan een nieuwe vestiging op de campus. Ampleon – een afsplitsing van NXP Semiconductors – maakt een sterke groei door (ook  van het personeelsbestand).  Een andere afsplitsing van NXP, Nexperia heeft besloten het hoofdkantoor te vestigen naast het NTC in 52Degrees.
    De aanpak voor de business generator health en hightech is gereed. Hierdoor werken kennisinstellingen en uitvoeringsorganisaties samen om het innovatieve bedrijfsleven  beter te faciliteren en ondersteunen  Ook bouwen we de bedrijvigheid in de semiconductorsector verder uit door samen met de betrokken partijen van de Novio Tech Campus proactief bedrijven te werven.

    Om het Nijmeegse potentieel aan startups te verzilveren hebben wij een meerjarige aanpak vastgesteld en in uitvoering genomen. Onder meer is Startup Nijmegen van start gegaan: een incubator voor starters in de zakelijke dienstverlening. Inmiddels zijn bij Startup Nijmegen 45 startups aan de slag. Ook werkt Startup Nijmegen aan een stedelijk programma van activiteiten dat de groei van starters moet versnellen en het ondernemerschap versterken. Voorbeeld is de digitale werkplaats die met het bedrijf Google is georganiseerd en waar zo’n 1.500 ondernemers aan deel hebben genomen.

    In het kader van de profilering van Nijmegen als kennisstad brengen we voortdurend de onderscheidende economische kwaliteiten van Nijmegen voor het voetlicht. Zo heeft o.a. de tweede editie van het Inscience Wetenschapsfilmfestival plaatsgevonden.

    Om op (regionale schaal) discrepanties op het vlak van vraag naar en aanbod van werk  weg te nemen zijn met werkgevers en onderwijsinstellingen twee pacten gesloten: het Techniekpact en het Zorgpact. Deze pacten vormen de paraplu voor samenwerking en concrete projecten.

  • Nijmegen wil energieneutraal zijn in 2045. De kansen voor slimme duurzaamheid liggen in de samenwerking met o.a. de gemeenten uit de regio, de provincie, bedrijven en kennisinstellingen. Dit heeft geleid tot meer kennisoverdracht en meer duurzame marktinvesteringen. Wij zijn Green Capital 2018, we verdiepen de mogelijkheden en kansen die de circulaire economie ons biedt, samen met Power2Nijmegen en De Groene Hub. Eind 2016 is de visie Rijk van Nijmegen Circulair verschenen met onze ambitie om samen met sterk ontwikkelde sectoren als de maakindustrie, zorg, bouw, afval en energie richting te geven aan de ontwikkeling van een circulaire topregio.
    Samen met ENGIE wordt gewerkt aan de herontwikkeling van het voormalige electriciteitscentrale-terrein.  Dat wil het bedrijf in samenwerking met andere bedrijven  op basis van gezonde businesscases doen. Onder de noemer “De Groene Delta” kan zo een innovatiehub en campus ontstaan. Voorbereidingen voor een biomassacentrale, uitbreiding van het zonnepark en LNG- tankfaciliteiten op het terrein lopen. Aantakking op het warmtenet, mogelijkheden voor windenergie, een biomassahub en biomassavergisting worden onderzocht.

  • Het aantal bedrijven en instellingen is met 560 vestigingen toegenomen van 13.620 in 2015 naar ruim 14.180 vestigingen in 2016. Een positieve bijdrage aan de groei van het aantal bedrijfsvestigingen leveren de ZZP’ers. De groep vestigingen met één werkzame persoon is in de afgelopen tien jaar meer dan verdubbeld tot ruim 9.500. Ten opzichte van 2015 groeide het aantal ZZP’ers/eenmansbedrijven  met 600 bedrijven. We bieden extra ondersteuning aan deze groep ondernemers via ons OndernemersPunt en het Startupbeleid.

  • Afgelopen jaar is er door Arnhem, Nijmegen en Provincie Gelderland gewerkt aan een Bestuursakkoord met Investeringsagenda 2017-2018. Met dit Bestuursakkoord gaan de drie overheden een langjarig commitment aan en bundelen zij hun krachten om de ruimtelijk-economische ontwikkeling van het stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen te versterken. De partijen richten zich daarbij op de drie iconen van het stedelijk netwerk: ruimte voor werk, kennis en innovatie in health & energy, slimme duurzaamheid en bruisende binnensteden aan de rivier. Dat doen zij met elkaar en met bedrijven, kennisinstellingen, de regiogemeenten en het rijk. Deze ambitie is vertaald in een eerste gezamenlijke Investeringsagenda 2017-2018 waarin investeringen voor de korte en middellange termijn zijn benoemd gericht op de drie iconen.

  • Logistiek is steeds meer speerpunt van beleid geworden. We zijn partner van het Logistiek expertisecentrum (LEC) regio Nijmegen: een regionaal samenwerkingsverband van logistieke bedrijven, gemeenten rond Nijmegen en het onderwijs (HAN en ROC). Samen met de regio’s Rivierenland, de Liemers en provincie Gelderland vormen we Logistics Valley. We willen zorgen voor meer logistieke activiteiten en het vergroten van de regionale concurrentiekracht.
    We willen meerwaarde toevoegen aan de bestaande goederenstromen (Value Added Logistics) om zo nieuwe bedrijvigheid c.q. activiteiten en werkgelegenheid te stimuleren. In de regio werken ruim 25.000 mensen in de logistiek en aanverwante sectoren. Voor de regio Nijmegen was de vestiging van Kraft Heinz en Lidl op Park 15 belangrijk, vooral voor de werkgelegenheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt.
    Het ministerie van Onderwijs heeft in 2016 een subsidie van € 650.000 toegekend aan Logistics Valley voor onderwijsontwikkeling ten behoeve van de logistieke sector. Het totale budget van het project bedraagt 2,0 miljoen euro en heeft een looptijd van vier jaar. Naast het ministerie van Onderwijs leveren de provincie Gelderland en het regionale bedrijfsleven een bijdrage aan het project.

  • 2016 was het eerste jaar voor The Economic Board. Tijdens het openingsevenent op 15 september 2016 heeft The Economic Board zichzelf gepresenteerd aan ruim 200 vertegenwoordigers vanuit het bedrijfsleven, de overheid en de kennisinstellingen. De missie van The Economic Board is de regio Arnhem-Nijmegen-Wageningen uit te laten blinken op de thema’s food, health en energy en de cross-overs daartussen. Door projecten aan te jagen, goede initiatieven op de drie thema’s te verbinden en te communiceren over de regio en haar sterktes werkt The Economic Board aan een sterke basis waarop bedrijven en kennisinstellingen kunnen excelleren. De missie, visie, strategie en doelstellingen van The Economic Board zijn verwoord in het Stragisch Plan 2016-2018, (www.theeconomicboard.com).

  • In het Portefeuillehoudersoverleg Economie is gewerkt, aan het opstellen van een Regionaal Programma Werklocaties (RPW). Doel van het RPW is het op regionaal niveau in balans brengen van vraag en aanbod in de markt voor werklocaties. Dit gebeurt door het maken van intergemeentelijke afspraken over de programmering van bedrijventerreinen, kantoorlocaties en perifere detailhandel. Inzet is om het RPW begin 2017 af te ronden., zodat besluitvorming over het RPW in het voorjaar van 2017 in de colleges en raden van de individuele gemeenten kan plaatsvinden.

  • Het verblijfstoerisme maakt een bijzonder positieve ontwikkeling door.  Zo steeg het aantal hotelovernachtingen maar liefst van 161.510 in 2014 naar176.518 in 2015.  Ook het aantal cruisevaartschepen dat Nijmegen aandeed steeg van 504 naar 575 schepen,  daarmee steeg het aantal passagiers van 60.338 in 2015 naar 62.000 in 2016.

  • In 2016 is de uitvoering van projecten uit Binnenstad van de Toekomst en de Agenda voor de Binnenstad actief opgepakt. Aanpak van leegstand, het versterken van aanbod en ambiance, ondersteuning van het transformatieproces van “place to buy” naar “place to meet” zijn daarbij nog steeds de belangrijkste thema’s.

    Voor de leegstandsaanpak zijn vier prioriteitsgebieden aangewezen: Bloemerstraat-Smetiusstraat, Waalkade, Molenpoortpassage en Hertogstraat. We zijn gestart met de Transformatieaanpak van de Bloemerstraat en Hertogstraat. Voor beide straten is een actieprogramma opgesteld en is een straatmanager aan de slag gegaan met uitvoering van dit actieprogramma. De aanpak wordt samen met ondernemers en eigenaren in de straat uitgevoerd. Nijmegen loopt landelijk en provinciaal voorop met haar aanpak en is daarom door de provincie als voorbeeldproject in het kader van de regeling Steengoed Benutten aangewezen. Nu het V&D pand grotendeels is gevuld is de zuivere leegstand van het kernwinkelgebied in het stadscentrum gedaald naar 7,6 % (peildatum 1 januari 2017).

    Dat de binnenstad van Nijmegen het ook nu nog steeds zo goed doet hebben we te danken aan het goede, creatieve en actieve ondernemersbestand dat onze binnenstad kenmerkt. Samen met deze partijen en het Huis voor de Binnenstad werken we continu aan de verbetering van onze binnenstad. Dit doen we door accountgesprekken met ondernemers,  werkbezoeken  en het aanjaagteam voor jonge, actieve ondernemers.  Met onze steun is een nieuwe Vereniging van Vastgoedeigenaren voor de binnenstad opgezet en van start gegaan. In het najaar 2016 is een succesvolle start gemaakt met de Investeringsregeling voor panden in de Binnenstad. Vanaf het begin kon de regeling rekenen op veel aanvragen vanuit ondernemers en eigenaren.  In 2016 zijn 18 aanvragen ingediend en is in totaal € 156.806 toegekend.

    We kijken naar de aanpak in andere steden en zij kijken naar ons. Samen met de gemeente Arnhem en de provincie Gelderland hebben we invulling gegeven aan een Bestuursakkoord met investeringsagenda 2017-2018 voor het thema “Icoon Bruisende Binnenstad”. Gemeenten als Groningen, Zwolle  en Den Bosch zijn komen kijken naar onze binnenstad. We hebben de contacten met Kleef  aangehaald. In het voorjaar heeft het jaarlijkse IPO-congres,  met als één van de hoofdthema’s Binnensteden in Nijmegen plaats gevonden. We zijn vertegenwoordigd in de Regiegroep rond de Retailagenda van het ministerie en zijn voorzitter van de themagroep Vitale Binnensteden van de G32.

  • Na een lichte groei van het aantal arbeidsplaatsen in 2015, is de werkgelegenheid in 2016  gedaald met 920 arbeidsplaatsen (daling van 0,9 % ten opzichte van 2015).  Het grootste verlies van arbeidsplaatsen doet zich voor in de sectoren industrie en openbare nutsbedrijven. Een deel van dit verlies van arbeidsplaatsen kan worden verklaard door de administratieve verschuiving van arbeidsplaatsen (ruim 2000) van industrie naar de zorgsector (herlabeling van Breed van industrie naar re-integratiebedrijf). Laten we deze verschuiving buiten beschouwing, dan is er ook sprake van een daling van het aantal arbeidsplaatsen in deze sectoren. In de “staart” van de recessie zijn enkele grote bedrijven verdwenen (Hilckmann, Innoviopapers, GDF/SUEZ en V&D).   In de sector gezondheidszorg is sprake van een stijging van het aantal arbeidsplaatsen. Als we Breed buiten beschouwing laten is echter sprake van een lichte daling, met name veroorzaakt door de grote bewegingen in de thuiszorg. Daar staat tegenover dat het aantal banen in de sectoren  logistiek, onderwijs, horeca  en de zakelijke dienstverlening gegroeid is.

Grondbeleid
  • De vraag naar bedrijventerreinen concentreert zich in een aantal segmenten die worden gekenmerkt door een vraag naar grote kavels. In 2016 is bijna 6 hectare bedrijventerrein verkocht en is dus de verwachting van 4,3 ha. overtroffen (Bijsterhuizen en Mercuriuspark).

  • Knoop Winkelsteeg: op de Novio Tech Campus is zowel gebouw M als het net in gebruik genomen gebouw A nagenoeg gevuld. Op de eerste kavel op het terrein wordt door EPR nieuwbouw gerealiseerd.
    Meerdere bedrijven tonen interesse zich eveneens op de Novio Tech Campus te vestigen. De Novio Tech Campus ontwikkelt zich daarmee boven verwachting. Onderzocht wordt of een nieuw gebouw kan worden gerealiseerd op het terrein om nieuwe geïntereseerden te huisvesten.
    Door de overname van onderdelen van NXP door Ampleon en Nexperia wordt het cluster semiconductors behoorlijk versterkt. Ampleon heeft gebouw BY van NXP overgenomen en maakt daarmee volledig deel uit van de Novio Tech Campus, terwijl Nexperia haar intrek neemt in het gebouw van buurman Fifty Two Degrees.

    In het voorjaar van 2016 heeft het college van B&W het parkeerterrein aan het Jonkerbosplein aangewezen als locatie voor de nieuwbouw van de Eyup Sultan Moskee. Het college heeft stakeholders en de raad actief over haar keuze geïnformeerd. Met de Eyup Sultan Moskee zijn intenties afgesproken. Om deze ontwikkeling mogelijk te maken is een bestemmingsplanwijziging nodig.

  • Het project Dijkteruglegging is opgeleverd en de objecten zijn overgedragen.

  • Met de oplevering van het Spiegelparkje is de herstructurering van het Willemskwartier in het najaar van 2016 afgerond. De gemeenschappelijke exploitatie van de gemeente met Portaal kan afgesloten worden.
    Nachtegaalplein: de woningen in de eerste fase zijn opgeleverd. Fase 2 en 3 worden nu tegelijkertijd en versneld opgepakt en uitgevoerd. Een deel van de koopwoningen is verkocht aan een belegger die deze als middeldure huurwoningen in de markt zal zetten.
    Voor Dukenburg geldt dat nog maar sprake was van drie kleinere bouwlocaties. Gezien de beperkte vraag is besloten deze nu niet te ontwikkelen. Het realiseren van woningen voor ouderen (wonen en zorg) is inmiddels flink van de grond gekomen.
    In Malvert zijn de eerste 24 eenheden voor beschermd wonen (de Wollewei) in gebruik genomen. De bouw van de 32 eenheden voor beschermd wonen op de locatie van de voormalige Prins Mauritsschool is afgerond. De bouw van de 48 eenheden voor beschermd wonen en somatische bewoners is inmiddels ook afgerond. Dat betekent dat deze drie nieuwe projecten voor kleinschalig wonen en zorg eind 2016 bewoond zijn.

    Overleg over de herontwikkeling van de winkelcentra loopt. Voor winkelcentrum Meijhorst geldt dat afgelopen jaar vooral gesprekken gevoerd zijn tussen de eigenaren en een door hen geslecteerde ontwikkelaar. De verwachting is dat de eigenaren en ontwikkelaar op één lijn komen. Dan kunnen begin volgend jaar vervolgstappen gezet worden (start bestemmingsplanprocedure). De plannen voor de herontwikkeling van winkelcentrum Weezenhof in combinatie met zorgwoningen hebben afgelopen jaar stilgelegen. Reden hiervoor waren wijzigingen in het (landelijk) beleid t.a.v. wonen en zorg (scheiden wonen en zorg) en ook hebben bij Woonzorg Nederland (afnemer van de zorgwoningen op het nieuwe winkelcentrum) wisselingen plaatsgevonden in bestuur en directie; zij kijken opnieuw naar hun beleid en vastgoedportefeuille.

    In 2015 zijn afspraken gemaakt met Portaal over de herstructurering van de Rozenbuurt. Eerder was hiervoor door de provincie al een subsidie ter beschikking gesteld in het kader van het Impulsplan Wonen. Voor deze ontwikkeling is een anterieure overeenkomst afgesloten. Het bestemmingplan is inmiddels vastgesteld en de bouw is gestart. Onderdeel van de herstructurering is de toevoeging van een groen voor de wijk.

  • De randvoorwaarden voor de herontwikkeling van het NYMA-kwartier zijn in 2016 vastgesteld. De uitgifte van bedrijfskavels in het Mercuriuspark trekt iets aan.

  • Dit jaar zijn er 3 nieuwe schoolgebouwen in gebruik genomen. De nieuwbouw van het Canisius College
    aan de Berg en Dalseweg. De verbouwing en gedeeltelijke nieuwbouw van het NSG aan de Van Cranenborchstraat en de Buut aan de Hugo de Grootstraat.
    In 2016 zijn verder 2 nieuwe schoolgebouwen gestart met de bouw, te weten basisschool de Klokkenberg
    en basisschool Brakkenstein aan de Heyendaalseweg.
    De vrijkomende panden van het PRO College worden herontwikkeld met woningbouw (Veldstraat 4) door middel van collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO) of behouden voor het onderwijs (Celebesstraat 12). St. Pallas heeft het gebouw gekocht en is gestart met de verbouwing. Medio 2017 zal St. Pallas naar de Celebesstraat verhuizen. De 2 vrijkomende panden van St. Pallas aan de Prins Bernardstraat 12‐14 en de Groesbeeksweg 146 zijn door de gemeente aangekocht. De Prins Bernardstraat 12‐14 zal in 2017 worden doorverkocht aan het Karel de Grote College en de Groesbeekseweg 146 wordt herbestemd naar woningbouw.
    De dependance van de basisschool de Octaaf aan de Symfoniestraat 208‐210 in Neerbosch Oost is gesloopt. De school is nog bezig met het ontwerp van de nieuwbouw op deze locatie. De voorbereidingen m.b.t. aanpassing van het bestemmingsplan zijn gestart.
    Van januari t/m juni 2016 heeft in het schoolgebouw aan de Streekweg 21 de Heumensoordschool zijn activiteiten ontplooid. Kinderen op de tijdelijke opvang Heumensoord kregen hier PO en VO onderwijs.
    Medio 2016 is besloten om dit pand te verhuren voor onderwijs aan vluchtelingen en statushouders in het kader van de doorstart van de Heumensoordschool. Het Pontem College (ISK voor het VO onderwijs) heeft hier nu zijn deuren geopend voor na verwachting circa 3 jaar.
    Scholengroep Rijk van Nijmegen heeft een samenvoeging van het Canisiuscollege en het Kandinskycollege aangekondigd. Deze twee scholen zullen met nieuwbouw worden gehuisvest aan de Goffertweg 20. De locatie aan de Hatertseweg 404 wordt conform de doordecentralisatie overeenkomst terug verkocht aan de gemeente. In de Zomernota van 2016 is besloten de voorziening Onderwijshuisvesting hiertoe met € 2,2 miljoen te verhogen.
    Met Kristallis/Pluryn, gevestigd aan de Hatertseweg 400, zijn vanaf 2015 gesprekken gevoerd over de toekomstige huisvesting. De uitkomst van deze gesprekken is dat Kristallis niet gaat verhuizen en blijft op de Hatertseweg 400. In de planexploitatie Onderwijshuisvesting was gerekend met een voordelig resultaat van € 6 ton uit de herontwikkeling van deze locatie. Het vervallen van deze herontwikkeling levert aldus een tekort van € 0,6 miljoen. In de Zomernota van 2016 is besloten de voorziening Onderwijshuisvesting hiertoe met € 0,6 miljoen te verhogen. In 2017 zullen de onderhandelingen plaatsvinden met Kristallis over doordecentralisatie van hun onderwijshuisvesting (incl. afdracht Hatertseweg 400).
    Voor de locatie Berg en Dalseweg 295 (vm schoolgebouw Montessoricollege) is in 2016 een marktconsultatie uitgevoerd, deze wordt in 2017 met een prijsvraag in de markt gezet om de locatie te ontwikkelen.
    Ook zal de locatie Elzenstraat/Vlierestraat volgend jaar op de markt worden gebracht.
    De locatie Molukkenstraat (vm basisschool de Blauwe Buut) is in 2016 aangekocht en zal na 2020 herontwikkeld worden tot woningbouw.
    De aanbestedingsprocedure voor de nieuwbouw van Talent Centraal Nijmegen is in volle gang. In de eerste week van januari 2017 zullen de inschrijvers hun aanbiedingen presenteren, waarna aan de beste aanbieder gegund kan worden.

    In de Raad van State procedure tegen het bestemmingsplan van Skaeve Huse heeft de Raad van State in augustus 2016 uitspraak gedaan. Een van de bezwaren is gegrond geacht, daarmee is de vaststelling van het bestemmingsplan vernietigd. Het college wil vasthouden aan de realisatie van Skaeve Huse in dit deel van Nijmegen en beraadt zich nader hoe hier invulling aan wordt gegeven.

  • Voor de realisatie van de nieuwbouw Bastei zijn de voorbereidingen eind 2015 gestart. Bij het archeologisch onderzoek zijn we gestuit op vondsten van nationaal belang. Reden om de bouw stil te leggen en nader te verkennen hoe de vondsten kunnen worden geïntegreerd in een nieuw ontwerp voor de Bastei. Eén en ander impliceert dat de oorspronkelijke planning – oplevering voor 1 januari 2017 – niet kan worden gerealiseerd. Inmiddels zijn de financiële effecten van de vondsten bekend. De meerkosten van € 2,6 miljoen hebben we onder meer door een bijdrage van € 1 miljoen van de provincie kunnen oplossen. Thans wordt hard gewerkt aan een nieuw museaal concept en de integratie van de vondsten in de Bastei. De oplevering is nu voorzien in oktober 2017.
    Het bestemmingsplan voor Donjon en Valkhofpark is juni 2015 vastgesteld in de Raad. De Stichting Donjon bereidt thans de aanvragen voor een omgevingsvergunning voor. De deadline daarvoor is bepaald op 1 januari 2017.
    Voor de verbetering van de oostelijke Waalkade zijn de werkzaamheden in 2015 gestart en zullen doorlopen in 2016 en 2017. Doel is om het toeristisch bezoek aan de Waalkade te stimuleren en de relatie tussen Waalkade met de binnenstad en de Waal te versterken.
    De werkzaamheden hebben betrekking op de (1) Verbetering Veerpoorttrappen, (2) Verbetering inrichting Veerpoortstraat, (3) Realisatie van een lift nabij de Veerpoorttrappen, (4) Verbetering Openbare ruimte op de kade bij de Lindenberghaven, (5) Reconstructie Lindenberghaven tot historische haven met aanleg nieuwe steigers en last but not least (6) uitvoering van het scenario Groene Waalkade tussen de Veerpoorttrappen en de Grotestraat.
    De onderdelen (1) t/m (4) zijn afgerond.
    De reconstructie van de Lindenberghaven tot historische haven is nagenoeg gereed. Hier zijn we geconfronteerd met tegenvallers in de uitvoering. Vanwege een historisch lage waterstand in de Waal kwam de constructie scheef te hangen en waren grote reparatiewerkzaamheden noodzakelijk. Dit in combinatie met stijging van materiaalkosten leverde een nadeel op van circa € 320.000,‐ Een andere tegenvaller in de uitvoering bleek dat een deel van de gemaakte kosten – ondanks eerdere positieve advisering ‐ toch niet subsidiabel bleken te zijn onder de Robuuste Investeringsimpuls van de provincie Gelderland. Dit leverde een nadeel op van circa € 160.000,‐ Voorts bleek een interne verrekening van de plankosten uit 2015 nog te worden geëffectueerd. Dit leverde een nadeel op van circa € 130.000,‐.
    Dit tezamen in combinatie met de toe te rekenen rentevergoeding van circa € 45.000,‐ verklaart het toegenomen tekort ten opzichte van het vorige VGP met circa € 672.000 tot in totaal € 1,1 miljoen. In het VGP 2016 heeft de Raad ingestemd met een overschrijding van € 411.900. Deze is om administratieve redenen niet verwerkt. In de stadsbegroting 2017‐2020 is voor de Oostelijke Waalkade een risico opgenomen van € 437.500 (resultante van kans x gevolg). Deze risico’s zijn nu opgetreden met een effect van € 672.000.

  • Nijmegen CS/ Programma Hoogfrequent Spoor (PHS)
    In 2016 is duidelijk geworden dat het project PHS Nijmegen – Schiphol vaste vormen aanneemt. In
    samenwerking met het ministerie van I&M, NS, Prorail en provincie Gelderland worden plannen ontwikkeld
    voor de renovatie en uitbreiding van station Nijmegen.
    In het verlengde van deze rijksopgave benutten we de kans om de huidige barrière werking van het
    station tussen de binnenstad en de wijken Wolfskuil en Waterkwartier te slechten. Dat doen we op 2
    manieren:

    • Door het realiseren van een nieuwe entree aan de westzijde van het station. En daarvoor aan te sluiten bij de verlenging van de huidige perrontunnel die nodig is voor de uitbreiding van CS met een 3e perron. Met een entree aan de westzijde – tussen de huidige Tunnelweg en de Fuchsiastraat – ontstaan tevens grote kansen om de bestaande situatie op te waarderen en tevens de vervoersknoop aan de centrumzijde te ontlasten. In de gebiedsontwikkeling aan de westzijde wordt de voormalige UWV locatie opgenomen. Voor de entree westzijde en de gebiedsontwikkeling is een PIO geopend.
    • Door de huidige voetgangersverbinding van het station naar de binnenstad via de Hustinxstraat naar de kop van de Smetiustraat te verbeteren. Daartoe zullen maatregelen in de openbare ruimte worden uitgevoerd. Ook hiervoor zal een PIO worden geopend.

    Tenslotte zal in samenwerking met NS en de Provincie Gelderland een haalbaarheidstudie worden uitgevoerd
    naar de mogelijkheden om de huidige stationshal‐en plein te verbeteren.

    Spoorzone/TPG.
    De realisatie van de verschillende bouwopgaven op de TPG locatie zijn afgerond. Poppodium Doornroosje,

    het fietstransferium en de studentenhuisvesting van SSHN zijn in gebruik genomen. Met het gereed melden van de bouwwerkzaamheden op de TPG locatie is de financiële afwikkeling van het totale project actueel. Deze kan nu worden afgerond omdat de financiële claims van de bouwer in 2016 zijn afgehandeld.

  • In de Waalsprong zien we dat de verwachte afzet in 2016 uitgedrukt in aantallen ca. 16% hoger ligt dan was verwacht (401 vs. 464). De omzet is ongeveer gelijk. Er zijn dus meer kavels verkocht, die gemiddeld goedkoper waren dan in de grondexploitatie was aangenomen voor 2016.
    De verwachting is dat het herstel in de Waalsprong zich doorzet. Wat opvalt is dat nu ook de interesse naar duurdere woningen (tweekappers, vrije kavels) aan lijkt te trekken. In een aantal deelgebieden anticiperen we hierop. Daarnaast is het zo dat bij het tot ontwikkeling komen van woonlocaties in De Waaijer ook relatief veel grotere kavels beschikbaar komen.
    Waar de marktpartijen in 2016 nog voorzichtig waren zien we ook hier een kentering in de markt. Partijen durven weer meer risico te nemen. De interesse komt ook vanuit een breder scala aan partijen.
    In 2017 gaat een nieuwe fase in van de samenwerking met de oude aandeelhouders van de GEM. De marktpartijen hebben vanaf 2017 ontwikkelrechten (“right of first refusal”). Dit betekent dat de gemeente 200 kavels per jaar eerst moeten aanbieden aan de betreffende marktpartijen (Heijmans, AM en BPD). Voor de corporaties Talis en Portaal geldt dit niet, maar blijft volgens de lopende overeenkomst de basis een afname van 75 a 100 kavels per jaar.

    Door de versnelling (met name in het aantal woningen) van de afgelopen jaren dreigt de planvoorraad onder druk te komen staan (beschikbaar ca 435 kavels in 2017 waarvan 69 bouwrijp zijn). Er zijn diverse deelgebieden in voorbereiding. Voor een aantal locaties zijn we afhankelijk van procedures en afstemming met andere overheden. Met name de dijkzone vraagt hierbij aandacht. Om deze reden hebben we ingezet op de ontwikkeling van meerdere locaties om de risico’s beter te spreiden.

    Woongebieden in realisatie
    De ontwikkelingsgebieden Nijland, Vossenpels‐Zuid en Laauwik zijn in afrondende fase. Vossenpels is vrijwel volledig uitverkocht. In 2017 zal de locatie van de kas in Vossenpels Zuid worden omgezet naar een nieuwe tranche Plant je Vlag kavels. Ook naast de boomgaard in de Vossenpels‐Noord worden nieuwe kavels uitgegeven. In Laauwik en Nijland zijn bijna alle kavels verkocht.

    De Stelt en Grote Boel zijn volop in realisatie. In de Stelt Noord zijn vrijwel alle kavels inmiddels verkocht en zijn de woningen in aanbouw. De voorbereidingen voor De Stelt Zuid lopen. Op de woonbeurs bleek er aanzienlijke interesse van kopers voor deze locatie. In de Grote Boel zijn het afgelopen jaar veel woningen gerealiseerd. Na een aanvankelijk voorzichtig op gang komende interesse is nu sprake van een voortvarende verkoop. Het is gelukt om dit deelgebied op een goede manier in de markt te zetten. Het feit dat Talis als eerste gestart is met de realisatie in dit maagdelijke terrein heeft bijgedragen aan het op gang komen van dit gebied. Ook komend jaar zal in Grote Boel een flink aantal woningen in grote diversiteit worden afgezet. In de Waaijer zijn dit jaar de eerste kavels in de verkoop gegaan.

    Woongebieden in voorbereiding
    In 2016 is het ambitiedocument voor Hof van Holland vastgesteld. In 2017 worden de bestemmingsplannen in procedure genomen. In 2017 zal het nieuwe winkelcentrum in de markt worden gezet, in combinatie met de omliggende woningbouwopgave. Dit betreft een complex ontwikkelvraagstuk. Er wordt op dit moment een proces voorbereid voor de selectie van partijen. Het proces wordt zo ingericht dat er sprake is van een wisselwerking tussen gemeente en marktpartijen. Dit maakt het mogelijk om de ambities van de gemeente goed te implementeren in een plan dat markttechnisch ook goed in elkaar zit.
    Met het in ontwikkeling komen van Hof van Holland wordt de diversiteit in het aanbod verder vergoot.
    Hier is bijvoorbeeld veel ruimte voor stadswoningen, appartementen voor 1 à 2‐persoons huishoudens en bijzondere woonconcepten. Tegelijk komt hiermee de locatie Woenderskamp tot ontwikkeling, omdat die is meegenomen in het ambitiedocument en in de bestemmingsprocedure. In het deelplan Broodkorf is de realisatie van de VMBO‐school nu opgenomen inclusief de gemeentelijke bijdrage ter hoogte van € 0,8 miljoen uit de Zomernota 2016.
    Voor Vossenpels Noord wordt overwogen dit plangebied naar voren te halen in de planning. Keuzes in de hoofdverkeersstructuur‐oostflank zijn hierop van invloed. Voor Vossenpels Zuid‐Zuid (naast De Stelt) wordt een ambitiedocument opgesteld als voorloper voor het bestemmingsplan voor deze locatie. Zuiderveld wordt ingezet als versnellingslocatie, de planvoorbereiding voor het westelijke deel is gestart en planactualisatie is in de eerste helft 2017 beschikbaar.
    Het voormalig pompstation Vitens is verkocht t.b.v. een horecavoorziening. Voor deze activiteit is een omgevingsvergunning aangevraagd en de procedure loopt nog. Voor de omgeving van het pompstation is een bestemmingspaln in voorbereiding die in 2017 in procedure wordt gebracht. Dit bestemmingsplan voorziet in de uitgifte van 5 kavels voor woningbouw. De omgeving wordt als park / natuur bestemd en ingericht. Het Spiegelbos kan een belangrijke functie vervullen voor de nog te realiseren wijk Vossenpels Noord.

    Bedrijventerrein De Grift
    Op 14 augustus 2015 heeft de provincie Gelderland een reactieve aanwijzing gegeven op het besluit van de Raad inzake de vaststelling van het bestemmingsplan voor Grift Noord. Ons college heeft namens de Raad een beroep ingesteld bij de Raad van State tegen deze reactieve aanwijzing. Op 20 juli 2016 heeft de Raad van State het beroep van Nijmegen ongegrond verklaard. Dit betekent dat het bestemmingsplan Grift Noord niet meer geldig is. Ons College richt zich op het proces van de regionale programmering werklocaties (RPW). Als gevolg van het overschot aan bedrijventerreinen in de regio lijkt een ontwikkeling van de Grift op korte termijn niet mogelijk. Wel denkt ons College dat het gebied in de toekomst nog steeds in beeld kan zijn voor uitgifte voor bedrijfsdoeleinden. Dit ontwikkelperspectief houdt verband met de kansen voor logistieke knooppunten langs de A15 en de ontwikkelsnelheid van Park 15. In de tijd zien we geen mogelijkheden gronden op de Grift te kunnen verkopen voor 2020 (cf wijzigingen in de fasering De Grift in 2015). Inmiddels zijn er vier windturbines gerealiseerd en verkennen we de kansen voor een energiepark aan de oostzijde van Grift noord.

    Ressen
    In het voorjaar 2013 is door de Raad een amendement vastgesteld mbt de ontwikkeling van grootschalige detailhandel in vlek 14. De Raad heeft het college verzocht een pauze periode in acht te nemen van 3 jaar en in die tijd afstemming te zoeken met de regiogemeenten. De Raad is wel akkoord gegaan met de realisatie van een grote bouwmarkt. Dit amendement is in de planexploitatie verwerkt door twee ontwikkelfasen te onderscheiden. Naast de bouwmarkt willen we ook een brandstofverkooppunt en een fastfoodrestaurant mogelijk maken in fase 1. Het bestemmingsplan voor fase 1 is in concept gereed. Ook voor Ressen geldt een vergelijkbare afstemming met het proces RPW als genoemd bij De Grift. Ons college is in gesprek met de provincie om overeenstemming te krijgen voor de realisatie van fase 1.

    Landschapszone
    De zandwinning verloopt volgens planning. Het voorstel is aan de Raad gedaan om af te zien van het verondiepen.
    Cinemec heeft in december 2015 haar deuren geopend. In een jaar tijd hebben 250.000 bezoekers de bioscoop bezocht. De beoogde realisatie van een sauna/welness behoeft een bestemmingsplanwijziging. De ligging van een hoge druk gasleiding beperkt in dusdanige mate de haalbaarheid van deze voorziening dat realisatie geen haalbare optie is. In oktober 2016 is gestart met de verkoop van vrije kavels ten zuiden van de Zandse Plas en in park Waaijensteijn. Het betreft respectievelijk 17 en 14 kavels van ca 600 ‐1000 m2.

    Groot Infra Waalsprong
    In 2016 zijn met de oplevering van de fietstunnel onder de Prins Mauritsstraat de meeste werkzaamheden in het kader van projecten Hoofdinfrastructuur Waalsprong gereed gekomen. De tijdelijke fietsbrug over de Prins Mauritssingel is verwijderd en heeft plaats gemaakt voor de ontwikkeling van hotel Van der Valk. Het hotel heeft in juli 2016 haar deuren geopend.

    Watersportcentrum
    Tot eind 2015 waren de watersportverenigingen initiatiefnemer voor het watersportcentrum en zouden vanuit die rol de noodzakelijke investering voor accommodaties verzorgen. In december 2015 is gebleken dat zij daartoe niet in staat waren. Nijmegen heeft daarop het initiatief voor het project naar zich toe gehaald. Nijmegen is in deze aanpak verantwoordelijk voor de noodzakelijke investeringsbudgetten en verhuurt vervolgens de ruimte aan de watersportverenigingen. Inmiddels is een zestal watersportverenigingen, zijnde Nijmeegse Roeivereniging RV de Waal, Nijmeegse Kanosportvereniging NKSV De Batavier, de Nijmeegse Reddingsbrigade, Nijmeegse Studenten Roeivereniging Phocas, Nijmeegse Studenten Zeilvereniging De Loefbijter en de Nijmeegse Studenten Surf Vereniging Aeolus het er over eens dat het Bastion op het eiland Veur Lent een unieke locatie is om gezamenlijk te gaan gebruiken als watersportcentrum.
    Er is een ruimtelijke verkenning uitgevoerd voor de inpassing van het programma van eisen van alle deelnemers in het Bastion. De ruimtelijke verkenning dient als basis voor verdere uitwerking van de plannen tot realisatie van Watersportcentrum Nijmegen in het Bastion. De kostenramingen op basis van de ruimtelijke verkenningen voor het Bastion en de buitenruimte zijn gereed. Deze zijn verwerkt in een exploitatiemodel. Op basis van dit model zijn de huurprijzen voor de verenigingen bepaald. Een raadsvoorstel met daarin op genomen een go/no go beslissing wordt begin 2017 opgesteld en aangeboden voor besluitvorming. De in de Zomernota opgenomen bijdrage van € 1 miljoen is nog niet opgenomen in de planexploitatie om niet vooruit te lopen op de go/no go beslissing van de gemeenteraad.

    Gebiedsmarketing
    In 2017 gaan we in de marketing nog meer inzetten op de bijzondere kwaliteiten van de Waalsprong, zoals het rivierpark, de groene structuur en het nieuwe hart van de Waalsprong dat in ontwikkeling is. Ook gaan we door met placemaking. Onder de vlag van Tijdelijk Anders Bestemmen (TAB)/Tijdelijk Anders Gebruiken (TAG) zijn al de nodige initiatieven van de grond gekomen (meest recent het bouwlab).
    In 2016 zijn kunstenaars uitgenodigd voor in totaal 10 locaties om in Hof van Holland en omgeving kunstobjecten te ontwerpen die onderdeel gaan vormen van een kunstroute (LandArt). De vak én een publieksjury hebben zich uitgesproken over de verschillende voorstellen. In het voorjaar van 2017 wordt de opening van route Hof van HolLandArt beoogd.
    Ook is een ideeëncompetitie voor TAG in Hof van Holland, Hoge Bongerd en Veur Lent gestart Deze competitie moet tijdelijke projecten opleveren die genoemde gebieden o.a. aantrekkelijker en interessanter maken, de leefbaarheid handhaven of verbeteren, en een passende opmaat vormen voor de definitieve ontwikkeling van deze gebieden.

    Het resultaat van de grondexploitatie van GEM Waalsprong 2017 € 23,0 miljoen (NCW) en is ca. €15,5 miljoen verbeterd ten opzichte van de actualisatie in december 2015. Voor dit resultaat wordt de al getroffen voorziening verlaagd tot € 23 miljoen.
    Ook is de risicoanalyse geactualiseerd voor de grondexploitatie Waalsprong. Het risicoprofiel bij 80% zekerheid bedraagt nu € 97,5 miljoen (exclusief dempingsfactor van 10%). Voor een deel van dit resultaat is al dekking in de vorm van de voorziening. In dit geval € 23,0 miljoen, gelijk aan het negatieve netto contante resultaat van de grondexploitatie. Er is dan ook een aanvullende reservering noodzakelijk van € 74,5 miljoen (€ 97,5 miljoen ‐ € 23,0 miljoen). Bij de stadsbegroting bedroeg dit € 61,2 miljoen.

  • De bouw van het Hofgebouw aan de Heyendaalseweg (project klooster Brakkenstein) is afgerond. De paters Jezuïeten verhuizen begin december van het Berchmanianum naar het Hofgebouw. Het Hofgebouw biedt tevens mogelijkheden voor appartementen met 24‐uurszorg. De realisatie van het Parkgebouw is gestart en zal al in de eerste helft van 2017 opgeleverd worden. Dat geldt ook voor de refter.
    Eind 2016 zijn ook de laatste werkzaamheden voor het onderzoek naar NGE afgerond. Na afronding van de bouwwerkzaamheden zal het park opnieuw ingericht en toegevoegd worden aan de openbare ruimte.
    De grondgebonden woningen aan de Bandoengstraat (project Groesbeekseweg/Heijendaalseweg) zijn voor het grootste deel al een aantal jaren geleden gerealiseerd. Voor het oude schoolgebouw zelf is een nieuwe invulling gekozen. Het nieuwe plan omvat het realiseren van ca 17 stadwoningen en een paar appartementen in het oude pand, met een beperkt aantal (2x5) grondgebonden woningen in het verlengde van het gebouw. Het bestemmingsplan voor deze ontwikkeling is inmiddels onherroepelijk en de woningen in het oude schoolgebouw zijn allemaal verkocht (of onder optie).

    De eigenaar van de witte spoorwegloods aan het Ooijse Sluispad is halverwege 2014 gestart met het herstel van dit monument. Hiervoor is subsidie van de provincie en gemeente beschikbaar. Voor de invulling (woningen) was een bestemmingsplanwijziging nodig. Op het achterterrein wordt één (van de twee) loodsen ook herbouwd. Ook hierin worden woningen gerealiseerd, in totaal 15. Het bestemmingsplan voor deze ontwikkeling is inmiddels onherroepelijk.

  • Per saldo kunnen de voorzieningen voor de projecten van het programma Grondbeleid afnemen met
    ruim € 3 miljoen. Het totale risicoprofiel van het programma Grondbeleid is gedaald t.o.v. de Stadsbegroting 2017‐2020 tot € 80,9 miljoen. Ten opzichte van de Stadsbegroting 2017‐2020 is het risico Waalsprong toegenomen. Dit hangt vooral samen met de risico’s die zich voordoen bij de ontwikkeling van de bedrijventerreinen De risico’s voor het project Waalfront zijn afgenomen door de grex 2017. De risico’s bij de overige projecten zijn iets toegenomen. Het totale risico is met ruim € 2 miljoen gedaald. Per saldo is het beslag op de saldireserve door het programma Grondbeleid afgenomen (verlaging van het risicoprofiel en verlaging van de voorzieningen).

  • De uitgifte in 2016 komt naar verwachting uit op ruim 800 kavels. Dit aantal overstijgt het aantal van 656 van 2015 ruim.

    In de Waalsprong is in 2016 grond uitgegeven voor 464 woningen. Dit is in aantallen een stijging van ruim 15% ten opzichte van de verwachting in het vorige VGP (401).
    De vraag naar kavels voor woningen in de Waalsprong blijft groot. Om de uitgifte op peil te houden ligt er voor 2017 een forse opgave. De beperking in de uitgifte zit op dit moment niet in de vraag maar in het tijdig beschikbaar hebben van voldoende aanbod. De nodige procedures en uitvoeringsprocessen met bouw- en uitvoeringspartners (nutsvoorzieningen, NGE, archeologie, waterschap, ontwikkelaars) liggen nu op het kritische pad om eind 2017 kavels te kunnen verkopen. Daarom worden in de Waalsprong de mogelijkheden voor versnelling onderzocht. Met de Kwartaalrapportages wordt de raad op de hoogte gehouden van de stand van zaken van de ontwikkeling van de Waalsprong.
    Voor het Waalfront geldt dat in 2016 kavels voor 120 woningen zijn uitgegeven. Ten opzicht van 2015 is dat een lichte stijging (91).

    In de bestaande stad is de uitgifte in 2016 relatief groot. Dit heeft te maken met de overeenkomst die gesloten is over de Genestetlaan. Dit heeft te maken met beleidskeuzes van de gemeente w.b.t. de bestaande stad.

Inkomen & Armoedebestrijding
  • We hebben in het najaar van 2016 de “Meedoen-regeling” ingevoerd voor een periode van één jaar.  Deze regeling heeft dezelfde strekking als de “Meedoen in Nijmegen” regeling namelijk dat mensen met een laag inkomen een bijdrage van maximaal € 150,- ontvangen om te sporten, een cursus te volgen of een culturele activiteit te doen. Onze ambitie was om dit keer een zo breed mogelijk aanbod te creëren.  Met meer dan honderd verschillende aanbieders is deze ambitie verwezenlijkt. In 2016 hebben ruim 1.100 mensen gebruik gemaakt van de Meedoen-regeling. In het najaar van 2017 zal duidelijk worden hoeveel mensen in totaal gebruik hebben gemaakt van deze regeling.

  • In 2016 hebben we enkele acties ondernomen om de klantenparticipatie rondom onze beleidsvoering en dienstverlening beter en actiever vorm te geven. Zo hebben we in 2016 het oude Klantengroepoverleg (KGO) vervangen door de cliëntenraad Participatiewet. Deze cliëntenraad bestaat zowel uit leden die vanuit een organisatie de belangen van verschillende cliënten vertegenwoordigden (de vroegere KGO-leden), als nieuwe leden die feitelijk belanghebbende zijn.
    Daarnaast zijn we in 2016 ook gestart met het digitale klantenpanel Inkomen. Dit  biedt ons de mogelijkheid om verschillende vraagstukken rondom ons inkomen-en armoedebeleid digitaal voor te leggen middels online enquêtes.  Mensen kunnen hiermee op een laagdrempelige manier hun ervaring, wensen en behoeften over onze dienstverlening kenbaar maken. In 2016 hebben ruim 400 mensen zich aangemeld voor het digitale klantenpanel Inkomen en we hebben twee vraagstukken aan hen voorgelegd.

  • Het Initiatievenfonds Armoede en Schulden is in oktober 2016 van start gegaan. Een externe adviescommissie beoordeelt de aanvragen. Zij heeft in de laatste maanden van 2016 voor acht (van twaalf) aanvragen positief geadviseerd. Voorbeelden zijn de Dag voor de Minima en het ontwikkelen van een digitale mogelijkheid om “gulle gevers” te koppelen aan inwoners die in armoede verkeren.

    Er is verder onderzoek gedaan naar de effectiviteit van de schuldhulpverleningstrajecten van het gemeentelijk Bureau Schuldhulpverlening en het Inter-lokaal. In de evaluatie komen enkele specifieke aandachtspunten aan bod, maar de algehele conclusie is dat investeren in financiële dienstverlening meer oplevert dan dat het kost.

    Aan statushouders is, net als aan andere Nederlanders, indien nodig materiële ondersteuning geboden. Denk daarbij aan bijstand voor levensonderhoud en bijzondere bijstand voor de inrichting van de woning. Instellingen in de stad en Bureau Schuldhulpverlening hebben daarnaast budgetbeheer en budget coaching geboden.

  • Met het verder ontwikkelen van voorliggende voorzieningen snijdt het mes aan meerdere kanten. Inwoners komen eerder in aanraking met mogelijkheden om schulden te vermijden of op te lossen. Daardoor moet het beroep op dure oplossingen zoals bewindvoering en schuldsanering afnemen. Gemeentelijke preventiemedewerkers verzorgen goed bezochte voorlichtingen op middelbare scholen en hogescholen, open budgetcursussen (eventueel op maat) en wekelijkse spreekuren bij het Regionaal Werkbedrijf en het ROC Nijmegen. Er is extra aandacht besteed aan het verbeteren en uitbreiden van voorlichting aan jongeren. Samen met Het Inter-Lokaal en Tandem Welzijn is een expertmeeting georganiseerd die veel tips heeft opgeleverd van “ervaringsdeskundige” jongeren. Bijvoorbeeld gaat een werkgroep van jongeren in gesprek met schoolbesturen VO over meer aandacht in lesprogramma’s voor financiële zaken.

    Het convenant Vroegsignalering is onderdertekend en in oktober 2016 van start gegaan. In het convenant hebben wij met woningcorporaties, zorgverzekeraars en een energiebedrijf afgesproken, Nijmegenaren met meerdere betalingsachterstanden actief te benaderen met informatie en een aanbod voor ondersteuning. Het project krijgt veel aandacht in het land.

    F!X budgetbeheer en budgetcoaching is daarnaast voortgezet. Het project voorkomt een beroep op dure bewindvoering en helpt mensen duurzaam verder. Daarnaast zorgt het project voor betere samenwerking in de keten schuldhulpverlening.  Ten slotte hebben we aanvragen voor bijzondere bijstand voor bewindvoeringskosten kritischer dan voorheen beoordeeld op rechtmatigheid van de aanvraag en op de kwaliteit van de geleverde diensten.

  • We constateren dat de instroom in de bijstand het afgelopen jaar, ondanks de toestroom van onder andere statushouders en mensen met een beperking, nagenoeg stabiel is gebleven. Het deel dat haar aanvraag digitaal aanvroeg is in 2016 verder toegenomen. We hebben onze uitkeringen rechtmatig verstrekt, fraude actief opgespoord en aanvragen binnen de gestelde normtijden verstrekt. Verder is in 2016 de mogelijkheid om partiële inkomsten te verwerven naast de uitkering verruimd.

  • Schuldhulpverleners zijn het afgelopen jaar in een pilot aangeschoven bij vijf sociale wijkteams. In 2017 willen we onze aanwezigheid en ondersteuning in de wijken verder versterken. Er zijn werksessies georganiseerd met NIM, Het Inter-Lokaal en Bureau Schuldhulpverlening die in 2017 leiden tot afspraken over “de ideale cliëntroute”, zodat cliënten sneller en beter geholpen worden. We werken toe naar 1 opdracht voor de keten financiële dienstverlening in Nijmegen vanaf 2018. De NIM, Bureau Schuldhulpverlening en het Inter- Lokaal ontwikkelen daarnaast cursussen waarmee de financiële kennis bij sociaal werkers op het gewenste niveau gebracht kan worden. En voor stakeholders zijn ontmoetingen georganiseerd zoals de internationale Dag van de Extreme Armoede, bewindvoerdersbijeenkomsten, het Platform Armoede en Schulden en multilaterale groepsgesprekken. Op deze manier willen we kennis delen en in gezamenlijkheid en ieder vanuit de eigen rollen en verantwoordelijkheden kwetsbare Nijmegenaren blijven ondersteunen bij financiële problemen.

Mobiliteit
  • Met de dienstregeling die in december 2016 is gestart, is onze regio beter bereikbaar per trein: de IJssellijn tussen Zwolle en Roosendaal is versneld doordat niet meer op de stations tussen Arnhem en Nijmegen wordt gestopt. Daarvoor in de plaats rijdt viermaal per uur een sprinter Wijchen – Arnhem. Daarmee is het oorspronkelijke plan van Stadsregiorail uitgevoerd.
    Voor station Heijendaal is in 2016 samen met provincie Gelderland een scenariostudie uitgevoerd voor de opwaardering van het station, in samenspraak met een groot aantal belanghebbenden, waaronder de bewoners. Dit heeft er mede toe geleid dat dit project als strategisch project is opgenomen in het Bestuursakkoord dat we hebben afgesloten met de provincie. Ook station Nijmegen is daarin opgenomen als strategisch project. In 2016 hebben we voor station Nijmegen een programma van eisen gemaakt, waarmee in 2017 referentie- en schetsontwerpen worden gemaakt. In 2018 moet dat leiden tot een principebesluit bij ProRail over Programma Hoogfrequent Spoor en bij de gemeente over de aanpak van de stationsomgeving, zowel aan de west- als de oostzijde.
    Het aantal reizigerskilometers van Breng laat nog elk jaar een stijging zien als resultaat van onze investeringen in de infrastructuur en de keuzen van Breng en de provincie om de middelen meer in te zetten op de verbindingen met de hoogste vervoersvraag. Omdat dat betekent dat de verbindingen met een beperkte vervoersvraag lagere frequenties krijgen of zelfs verdwijnen, is Breng met een proef van een jaar gestart met Breng Flex: een flexibel systeem dat op aanvraag vervoer van halte tot halte biedt, zonder vaste route. Dit systeem zien wij als een potentieel erg interessante oplossing voor de ‘onderkant van de markt’.

  • In 2016 hebben we met een groot aantal belanghebbenden gewerkt aan het onderzoek naar de mogelijkheden om de voetganger, fietser en consument meer ruimte te geven in de Nijmeegse binnenstad. Een aantal moties was daarvoor de aanleiding. In het proces is intensief samengewerkt met ondernemers, bewoners en bezoekers van de binnenstad. Tevens is een klankbordgroep vanuit de gemeenteraad nauw betrokken bij het proces en de vorderingen daarin. Dit leidt tot een voorstel met maatregelen op de korte, middellange en lange termijn die aan de Raad in het eerste kwartaal van 2017 worden voorgelegd.

  • Het economisch herstel heeft geleid tot een versnelling van de woningbouw en een gestage groei van de Nijmeegse bevolking. Dat veroorzaakt ook een toename van de verkeersintensiteiten. Dit komt overeen met het landelijke beeld, waarin de files weer toenemen en bussen en treinen in de spits vaak overvol zijn.
    Voorts zijn we verder gegaan met de verbeteringen van de doorstroming op de S100. Wij hebben zwaar ingezet op het regionale samenwerkingsprogramma “Beter Benutten”, waarbij Rijk, Provincie, gemeenten, bedrijven en organisaties, maar ook burgers in de regio samenwerken aan een betere bereikbaarheid. Het accent in dit programma ligt op het mobiliteitsgedrag in de spits en het optimaal benutten van auto, fiets en openbaar vervoer. Inmidddels werkt 17% van de werknemers in de regio minimaal een dag per week thuis; in 2014 was dat nog 10%. In Nijmegen richten we ons – samen met werkgevers en bewonersorganisaties - op de deelgebieden Heijendaal, Centrum, het CWZ en Westkanaaldijk. Zo is in november in Nijmegen-West gestart met het project Fiets mee voor je buurt, waarbij deelnemers door meer op de fiets te gaan meesparen voor een doel in de wijk. Ook buiten de stad constateert TNO in de Economische Wegwijzer 2015 dat wegen in de omgeving van Nijmegen niet voorkomen in de top 20 van trajecten met de meeste economische schade voor het vrachtverkeer.

  • De beoogde wegenstructuur in de Waalsprong is inmiddels nagenoeg afgerond.
    Voor de westflank hebben wij in 2016 intensief met de bewoners en belanghebbenden gesproken over de mogelijkheden om de verkeersdruk op de Griftdijk te beperken. Mede op basis van de inbreng en ideeën vanuit de Waalsprongbewoners hebben wij besloten de “knip” in de Griftdijk te verplaatsen naar een locatie ten zuiden van de Terralaan en deze in eerste instantie alleen tijdens de spitsen in te stellen. Voorts hebben we naar aanleiding van de klachten van de aanwonenden besloten met spoed maatregelen te treffen om het vrachtverkeer via de Griftdijk te beperken.
    Voor de oostflank hebben wij mede naar aanleiding van een motie van de Raad opnieuw bij de provincie gepleit voor een provinciale bijdrage in de investeringskosten van de Dorpensingel. Provinciale Staten hebben in november negatief besloten over een motie hierover. Dit standpunt is bevestigd in een bestuurlijke overleg met de provincie Gelderland nadien met als motivering dat de problematiek een zaak is van de gemeenten Lingewaard en Nijmegen.

    In 2016 hebben wij regelmatig met de gemeente Lingewaard overleg gevoerd over hun voorstel om de “Ressens variant” uit te voeren als alternatief voor de Dorpensingel. In december heeft de Raad van Lingewaard besloten nog niet te kiezen en vooralsnog alle opties open te houden in afwachting van de effecten van de doortrekking van de A15. Voor de problematiek op de bestaande route is dit voor ons aanleiding geweest om op korte termijn maatregelen te onderzoeken die de snelheid van het autoverkeer moeten beperken.

  • Ons college heeft in 2016 de Green Deal Autodelen ondertekend. We willen niet alleen insteken op schonere voertuigen, maar ook op minder voertuigen. Auto's en fietsen worden het grootste deel van de tijd niet gebruikt. We zien daarom kansen voor deelfietsen en deelauto's, mits het aanbod wordt vergroot en de het gebruik wordt versimpeld. Zo’n 8% van de Nijmegenaren maakt al gebruik van deelauto’s (2015). We verlenen daarom onze medewerking aan het Europese project SCRIPTS, dat mede uitgevoerd wordt door de Radboud Universiteit. Er wordt een applicatie ontwikkeld waarmee informatie over alle mobiliteitsdiensten kan worden verkregen en waarmee de gebruiker kan plannen, boeken én betalen. Er worden twee pilots in Nijmegen voorbereid. Als die aanslaan, zien wij interessante uitbreidingsmogelijkheden. Met de provincie Gelderland zijn we het overleg gestart om op termijn naar openbaar vervoer zonder uitstoot te gaan. Naast het onverminderd hoge fietsgebruik zijn meer positieve ontwikkelingen op het vlak van duurzame mobiliteit. Ten opzichte van 2013 zijn Nijmegenaren in 2015 tevredener over het openbaar vervoer in hun buurt en is het aandeel ‘schone’ auto’s in Nijmegen in de afgelopen jaren toegenomen.

  • Op basis van het coalitieakkoord is in de Stadsbegroting € 5 mln. gereserveerd om een extra impuls te geven aan het stimuleren van het fietsgebruik. In het Fietsstimuleringsplan 2015-2018 hebben wij nieuwe accenten in het fietsbeleid vastgesteld. Wij zoeken bij de uitwerking en invulling hiervan nadrukkelijk de samenwerking met de burgers en deskundigheid in de Nijmeegse samenleving. Wij hebben dit vervolgens vertaald in een programmering voor de jaren 2016-2018.  De overgang van de co-financieringsmogelijkheden van de regionale snelfietsroutes van de voormalige Stadsregio naar de Provincie vraagt op onderdelen wel een herbezinning op ons en het regionale  beleid welke een constante dialoog vraagt.
    Ons beleid om het fietsgebruik te stimuleren is succesvol gebleken: mede dankzij alle investeringen in nieuwe snelfietsroutes en fietsinfrastructuur en stallingen is het fietsgebruik naar het werk en de binnenstad de afgelopen jaren onverminderd hoog gebleken, hoewel het autogebruik niet is afgenomen. In 2015 betrof dat 67% ten opzichte van 50% in 2005 (Stads- en wijkmonitor 2015). De ontwikkelingen in Nijmegen en de regio zijn niet onopgemerkt gebleven. De samenwerking in de regio wordt landelijk geprezen; Nijmegen is uitgeroepen tot Fietsstad 2016 en mede door de inspanningen van de partners in de regio zal in 2017 in de regio Arnhem-Nijmegen met ondersteuning van de provincie Gelderland het wereldwijd internationaal gerenommeerde Velo-city fietscongres plaatsvinden.
    In 2016 zijn diverse onderdelen van de snelfietsroute Beuningen – Heijendaal in gebruik genomen, waaronder het traject Graafseweg – Goffertpark; voor de aansluitende route via de Oude Molenweg en de route door Kinderdorp Neerbosch zijn de voorbereidingen gestart. Van de snelfietsroute (Verlengd) Rijnwaalpad zijn de onderdelen Griftdijk-Zuid en Traianusplein gerealiseerd; voor de aansluitende route tussen Traianusplein en campus alsook voor de fietsverbinding via de Waalbrug zijn de voorbereidingen gestart. Van de snelfietsroute Nijmegen – Wijchen zijn de onderdelen Streekpad, oversteek bij station Goffert en een deel van de Hatertseveldweg gerealiseerd; voor de resterende onderdelen van de Hatertseveldweg alsook voor de Graafseweg zijn de voorbereidingen gestart. Op dit moment is zo’n 50 kilometer van de beoogde 80m kilometer snelfietsroute in de regio gerealiseerd.

  • De uitvoering van de maatregelen van de Parkeernota heeft ertoe geleid dat de laatste jaren de tevredenheid van de bezoekers over de parkeercapaciteit en de tarieven gestaag stijgt. Centrale thema’s hierbij zijn  digitalisering en klantvriendelijkheid. Bezoekers aan het stadscentrum (Nijmegenaren en niet-Nijmegenaren) oordelen veel gunstiger over de parkeercapaciteit in de binnenstad; deze krijgt inmiddels bijna een ruime voldoende. Dit is een vol rapportpunt hoger dan in 2012. Zelfs over de traditioneel kritisch beoordeelde parkeertarieven zijn de bezoekers veel tevredener geworden (+0,8 rapportpunt) (Stads- en wijkmonitor 2016).
    Steeds meer klanten maken gebruik van gericht mobiel parkeren met als gevolg dat de betalingsbereidheid groot is. Een hogere betalingsbereidheid leidt onherroepelijk tot minder fiscale opbrengsten uit parkeerboetes.
    De introductie van de nieuwe bezoekersvergunning is zonder noemenswaardige problemen verlopen. Dit blijkt uit het kleine aantal klachten wat hierover is binnengekomen tijdens het introductiejaar (minder dan 1% van de gebruikers). Tevens blijkt dat 97% van onze klanten gebruik maakt van de digitale dienstverlening. Uit een klantonderzoek blijkt verder dat het digitale loket positiever scoort dan het fysieke loket.
    Bij minder dan 1% van het aantal gebruikers bleek het maximaal aantal te gebruiken bezoekersuren onvoldoende.

    De Mantelzorgvergunningsregeling is uitgebreid. Het afgelopen jaar hebben we 20 mantelzorgvergunningen

    verleend.
    De procedure voor het aanvragen en verstrekken van de gehandicaptenparkeerkaart is zodanig vereenvoudigd dat de klant nog maar één keer aan het loket hoeft te komen.
    We hebben het aantal elektrische laadpalen in de parkeergarages en op straat aanzienlijk uitgebreid, gemoderniseerd en beter voor de klant inzichtelijk gemaakt. In Nijmegen zijn er in totaal 37 elektrische laadpalen op straat beschikbaar. De elektriciteit voor de nieuwe oplaadpalen wordt duurzaam opgewekt. Daardoor is er in het geheel géén CO2-uitstoot. Dat past in de ambitie om de luchtkwaliteit te verbeteren en tot een duurzaam klimaatbeleid te komen.

  • De landelijke ongevallengegevens van de laatste jaren laten een tendens zien waarin het aantal ernstige ongevallen weer lijkt te stijgen in plaats van de  gewenste daling ervan. Vooral de ontwikkeling van de verkeersongevallen onder fietsers en andere kwetsbare weggebruikers blijven onze aandacht vragen. Aangenomen mag worden dat de ontwikkelingen in Nijmegen vergelijkbaar zijn met deze landelijke tendens.  In 2016 is er landelijk een andere manier van registratie van ongevallen ingevoerd, waarbij ook gebruik wordt gemaakt van de gegevens van verzekeringsbedrijven en ziekenhuizen. Daardoor worden méér ongevallen geregistreerd, vooral meer blikschades.
    In 2016 hebben we ons beleid voortgezet waarin wij twee sporen volgen: enerzijds standaard de vormgeving van de wegen, paden en kruisingen zo veilig mogelijk maken en anderzijds door gedragsbeïnvloeding en educatie. Beide sporen vergen continu aandacht. Daarbij hebben we in 2016 ons met name gericht op de veiligheid van kwetsbare groepen zoals fietsers, ouderen en scholieren. We hebben op diverse plekken de veiligheid rond scholen verbeterd, met schoolbesturen en verkeersouders overlegd en aangesloten op de campagnes van het ROV Oost-Nederland. Wij hebben daartoe een bijeenkomst georganiseerd voor alle basisscholen en haar verkeersouders om ze te betrekken bij de acties en de veiligheid in de schoolomgeving. Bij een aantal scholen hebben wij overlegd over mogelijke maatregelen rondom de school. In diverse buurten hebben wij met bewoners overlegd over verkeersveiligheidsvragen waarbij we zowel aandacht hebben gegeven aan aanpassing van de weginrichting als aan het verkeersgedrag.
    Wij hebben met de Fietsersbond overleg gevoerd over verbeteringen op fietsroutes en voorts hebben wij twee maal een fietsverlichtingsactie georganiseerd.
    Afgelopen jaar deden 1541 kinderen verdeeld over 44 basisscholen mee aan het praktisch verkeersexamen in Nijmegen. Uitgangspunt is dat alle deelnemers die aan het praktisch examen deelnamen ook hebben deelgenomen aan het theoretisch examen.

  • Uit technisch onderzoek van Rijkswaterstaat is in 2015 gebleken dat de door de gemeente gewenste verbreding van de Waalbrug ten behoeve van het smalle fietspad aan de westzijde niet haalbaar is. In overleg met Rijkswaterstaat zijn alternatieven onderzocht, waarbij is onderzocht óf en hoe het toch mogelijk is binnen het bestaande profiel de westelijke fietsverbinding op de brug te verbreden. Daarop is begin 2016 besloten om een tweerichtingsfietspad te realiseren op de huidige stadinwaartse busbaan. Bussen rijden dan mee met het autoverkeer ‘binnen de bogen’, waarbij de doorstroming van het busverkeer moet worden gegarandeerd met behulp van prioriteit bij de verkeerslichten ten noorden van de brug.
    In najaar 2016 hebben gemeente Nijmegen en Rijkswaterstaat een bestuursovereenkomst getekend, met daarin afspraken over de beperking van verkeershinder tijdens de renovatie, over het gewenste kwaliteitsniveau van infrastructurele en beeldbepalende onderdelen en over de financiële bijdrage van gemeente Nijmegen (€ 5mln).

Onderwijs
  • Het beleidsplan Leerplicht is eind 2015 vastgesteld met een extra preventieve opdracht.  Dit houdt onder andere in dat elke verzuimende leerling in beeld is en ketenpartners in relatie tot verzuim worden betrokken waar de casus dit vraagt. Hierbij hoort ook de bredere registratie van thuiszitters dan de wettelijke norm. Daarnaast zijn in 2016 actietafels geïnitieerd. Bij deze actietafels zijn specifieke problemen en thema’s gezamenlijk met relevante partijen besproken en wordt samengewerkt aan een oplossing voor bijvoorbeeld hoogbegaafde leerlingen en leerlingen met angstproblematiek.

    De extra preventieve activiteiten van het bureau Leerplicht zijn doorgerekend  in de maatschappelijke Businesscase ‘Voorkomen van Verzuim’.  Hierin zijn de activiteiten tevens gekoppeld aan activiteiten en partijen die actief zijn in het bredere veld van voorkomen verzuim. De koppeling is tevens gelegd met de mBC ‘Vroeg interventie en Vindplaatsgericht werken’, wat zich richt op het snijvlak onderwijs/zorg. De resultaten van deze mBC’s tonen aan dat door preventieve schooluitval kan worden verminderd en zwaardere zorg kan worden voorkomen. We zetten daarom door op deze lijn en willen in de eerste helft van 2017 komen tot concrete afspraken met alle ketenpartners.

  • In ons beleidskader ‘Zoveel kinderen, zoveel kansen’, dat op 12 oktober 2016 door de gemeenteraad is vastgesteld, is het kader neergezet voor het beleid op het gebied van Opvang en Onderwijs voor 0 tot 12 jarigen in onze gemeente. Daarin hebben we als doel geschetst om alle kinderen een rijke ontwikkelomgeving te bieden, zodat onderwijsachterstanden worden voorkomen en er gelijkwaardige kansen zijn voor alle kinderen om hun talenten zo volledig mogelijk te benutten. Daarbij zijn een brede samenwerking tussen opvang, onderwijs, welzijn en zorg in de wijk en een nadrukkelijke rol voor ouders belangrijke pijlers voor de komende jaren.
    De Onderwijsinspectie oordeelt dat in Nijmegen de kwaliteit van het gemeentelijk VVE-beleid volledig op orde is. De kwaliteit kenmerkt zich onder meer door een door alle betrokken organisaties gedragen, gemeenschappelijk beleid, resulterend in een positief totaalbeeld. De kwaliteit van de uitvoering van VVE op locatie laat zien dat het gemeentelijk beleid steeds beter tot zijn recht komt in de dagelijkse praktijk. Vooral de actieve rol van ouders bij de ontwikkeling van hun kinderen is nu veel steviger verankerd in de voor- en vroegscholen.

  • Landelijk zijn er nieuwe kaders vastgesteld rond de VSV-aanpak met een focus op jongeren in een kwetsbare positie. Dit betekent dat we vanaf nu ook inzetten op de doelgroep Pro en VSO en  voor jongeren die al langer geen onderwijs volgen. Deze nieuwe kaders hebben wij in 2016 samen met het onderwijs vertaald in een nieuw Regionaal Programma voortijdig schoolverlaten voor de periode 2016-2020. Het is onze gezamenlijke ambitie om alle jongeren van 12 tot 23 jaar die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten, in beeld te hebben en een toekomstperspectief te bieden dat het (terug)leidt naar een passende (vervolg)opleiding, arbeidsplaats, zorg of een combinatie daarvan.

  • De Heumensoordschool opende op 11 januari 2016 haar deuren. De schoolbesturen, het COA en de gemeenten Heumen en Nijmegen realiseerden in een intensieve samenwerking, binnen twee maanden, een compleet geoutilleerde school voor 600 vluchtelingenkinderen in de leeftijd van 5 tot 18. De Heumensoordschool aan de Streekweg was voor deze leerlingen de eerste kennismaking met Nederlandse taal en cultuur. Het bleek een plek waar veel van hen een  begin maakten met het verwerken van persoonlijke ervaringen. Het was (en is) onze inzet om in samenwerking met de Scholengroep Rijk van Nijmegen, Conexus en de regiogemeenten onderwijs te verzorgen voor vluchtelingenkinderen zonder en mét verblijfsstatus.  De ontwikkeling van het aantal vluchtelingen is in 2016 uiterst onzeker geweest. Mede hierom heeft de Scholengroep Rijk van Nijmegen het gebouw aan de Streekweg, na het ontmantelen van de noodopvang voorlopig gehandhaafd als ISK- locatie.

  • De innovatie agenda ‘Iedereen heeft Talent’, opgesteld door een stuurgroep bestaande uit vertegenwoordigers vanuit het gehele onderwijsveld in Nijmegen, is eind 2014 door de Raad vastgesteld.  De innovatie agenda heeft tot doel om alle kinderen en jongeren de mogelijkheid te bieden zich zo optimaal mogelijk te kunnen ontwikkelen. Afgelopen jaar is er beweging gebracht in het onderwijsveld en zijn de uitgangspunten uit de agenda vertaald naar een aantal concrete acties. Deze acties zorgen voor nieuwe ervaringen, inzichten en verbindingen tussen verschillende (onderwijs)velden. De gekozen aanpak en werkwijze heeft geleid tot broedplaatsen die bestaan uit nieuwe en bestaande initiatieven waarbinnen professionals, studenten, ouders en burgers samenwerken.

    De aanpak (ver)sterkt deelnemende studenten en leerlingen en geeft nieuwe inzichten in manieren van leren en samenwerken.  Wij zetten als gemeente Nijmegen in op een aantal specifieke initiatieven, zoals de organisatie van een kinderraad voor alle Nijmeegse basisscholen en het uitvoeren van een onderzoek naar schakeljaren in het onderwijs.

  • In 2016 zijn er opnieuw mooie resultaten geboekt in de renovatie en nieubouw van scholen: het Canisius College Berg en Dalseweg  in gebruik genomen, NSG Groenewoud heeft de school aan de Cranenborghstraat grondig gerenoveerd en uitgebreid, Het gebouw van SBO de Windroos in Nijmegen Noord is in gebruik genomen, de uitbreiding van  islamitische basisschool Hidaya is gerealiseerd, voor basisschool De Buut aan de Hugo de Grootstraat is de nieuwbouw gerealiseerd, de uitbreiding van basisschool De Geldershof is afgerond en de nieuwe basisschool De Uitdaging in De Klif is gestart. In augustus 2016 is de Martinus van Beekschool geconfronteerd met brand. Door gezamenlijke inspanning van bestuur, schoolteam en gemeente kon het onderwijs ondanks de beschadigingen door gaan. Per december zijn alle herstelwerkzaamheden afgerond. Al deze resultaten worden in beeld gebracht in de derde monitor over Doordecentralisatie overeenkomst, welke we in het eerste kwartaal van 2017 hebben afgerond.

    In 2016 zijn tenslotte diverse trajecten in gang gezet die in 2017 worden afgerond. Zo is een start gemaakt met de bouw van basisschool de Klokkenberg en basisschool Brakkenstein. In Nijmegen Noord is gestart met de aanpassing van sportzaal De Spil. Stichting Pallas heeft in 2016 het voormalige schoolgebouw van het PRO College aan de Celebesstraat gekocht en is gestart met de verbouwing.

  • Het reizen met ‘het busje’ of met ‘de taxi’ is voor veel mensen een vanzelfsprekendheid geworden, omdat er geen andere mogelijkheid lijkt te zijn. Aan de ene kant zorgen deze voorzieningen ervoor dat mensen elke dag opnieuw op hun plek van bestemming komen, anderzijds zorgt deze speciale manier van vervoer voor een uitzonderingspositie. Leerlingen die bijvoorbeeld met het leerlingenvervoer naar school reizen ontmoeten weinig tot geen buurtgenootjes.
    Door zelfstandig te leren reizen, of dat nu lopend, met de fiets of met het openbaar vervoer is, krijgen leerlingen meer regie over hun leven en worden ze ook op andere gebieden zelfredzamer.
    Vanaf 1 september 2016 krijgen leerlingen die gebruik maken van aangepast taxivervoer daarom de kans om met een buddy te oefenen met zelfstandig reizen, waarbij gekeken wordt of een leerling na een oefentraject in staat is om zelfstandig (of zelfstandiger) te reizen. Voorlopig is MEE-reizen nog een pilot. In deze pilot wordt tevens onderzocht naar mogelijkheden om het project zo duurzaam mogelijk in te zetten binnen een brede doelgroep.

  • Na een evaluatie van de periode 2013-2015 is  2016 is besloten om de subsidie voor School’sOut, weer voor drie jaar voort te zetten. School’sOut is  het project van de GGD om de acceptatie van seksuele diversiteit  te bevorderen van leerlingen in het hoogste klassen van het basisonderwijs, speciaal onderwijs, VO en MBO. Alle VO-scholen nemen deel aan het project en uit het Emovo-onderzoek 2015 onder scholieren van het tweede en vierde leerjaar van het VO blijkt dat de acceptatie van het lhbt’ s  in Nijmegen goed op peil is gebleven en daarmee hoger scoort dan acceptie onder leeftijdsgenoten in andere gemeenten van onze GGD-regio. De aandacht voor seksuele diversiteit en sociale veiligheid is verder gestegen op de basisscholen en de verschillende afdelingen binnen het Mbo  in Nijmegen.

Openbare ruimte
  • In 2016 is de campagne 'Nijmegen, schoon heel gewoon' gestart. Met de campagne vragen we de komende jaren meer aandacht voor een schone omgeving. Schoon betekent hier niet alleen aandacht voor zwerfafval maar ook voor dumping en bijplaatsen bij afvalcontainers. Kortom: gedrag! Om het ongewenste gedrag te keren, zijn we in 2016 gestart met instrumenten voor gedragsbeïnvloeding. Zo is geëxperimenteerd met borden en zijn afvalcoaches ingezet om in gesprek te gaan met de bewoners en aandacht te vragen voor een schone buurt. Ook hebben we een begin gemaakt met de plannen voor de inzet van extra Wijkvegers. Zij moeten het probleem van het zwerfafval in de wijken gaan aanpakken. Bij alle proeflocaties was sprake van afname van bijplaatsingen en zwerfafval.
    Het prachtige nieuwe rivierenpark is in 2016 tot leven gekomen als een kwaliteitsgebied van de openbare ruimte.
    We zijn met Rijkwaterstaat en andere partijen in contact getreden over de wijze van beheer van dit nieuwe buitengebied. In de Stadswaard is gedragsbeïnvloeding ingezet om tijdens de zomermaanden de grote hoeveelheden zwerfafval en vervuilde strandjes tegen te gaan. Door het plaatsen van borden en de inzet van afvaltasjes kon tijdens de proefperiode de hoeveelheid zwerfafval met maar liefst 70% worden teruggebracht.
    Zoals voorgaande jaren zorgen ook waardevolle vrijwilligersinitiatieven voor een schonere buurt. Een goed voorbeeld zijn de Wijkhelden georganiseerd via Dar. Eind 2016 waren er 81 teams van enthousiaste vrijwilligersinitiatieven actief tegenover 61 in 2015. Deze zijn opgenomen op de participatiekaart.

  • Het IBOR-contract met Dar is in 2016 vernieuwd (IBOR: Integraal Beheer Openbare Ruimte). In de nieuwe contractvorm stellen we als gemeente duidelijke eisen aan producten en processen, dus aan wát er moet gebeuren. De Dar bepaalt zelf het hóe, en zorgt voor een integrale aanpak. Aan de hand van dit contract vragen we om naast de werkzaamheden, ook de afgesproken kwaliteit goed in beeld te brengen. Zo zorgen we ervoor dat Dar autonoom en integraal de werkzaamheden uitvoert.
    In 2016 hadden we een IBOR-contract met Dar voor 4 stadsdelen. Dit omvatte groenonderhoud, het uitvoeren van groenprojecten, onderhoud aan bestratingen en reparaties van huis-rioolaansluitingen. In 2016  is het grootste deel van de Dienstverleningsovereenkomst met Dar voor reiniging en afval toegevoegd aan dit IBOR-contract. Het doel hiervan is een verdergaande integrale werkwijze door Dar mogelijk te maken, zoals het combineren van een veeg-ronde na een maai-ronde. Door de nieuwe opzet is bij zowel de afdeling Stadsbeheer als bij Dar een organisatieontwikkeling in gang gezet die het werken op regie weer een stap dichterbij brengt.

  • Een van de beleidsvoornemens in het beleidskader ‘geef ze de (openbare) ruimte’ is het streven naar duurzaam beheer van de stad. In 2016 hebben we de deelname ondertekend aan de ‘Green Deal voor de Grond, Water en Wegensector’. Met dit convenant van Rijksoverheid, Rijkswaterstaat en vier andere grote gemeenten hebben we  een flinke stap gemaakt naar de verduurzaming van het beheer. We streven naar 10% circulair materiaalgebruik en 20% CO2-reductie in 2020 ten opzichte van 1990. Een voorbeeld hiervan is het recyclen van eerder gebruikt beton. Een ander goed voorbeeld van duurzaamheid in de openbare ruimte is het creëren van oplaadpunten voor elektrische voertuigen. In 2016 zijn met een bijdrage vanuit de Stadsregio 30 laadpalen voor 60 elektrische auto's geplaatst; eerder werden er al 10 geplaatst.

  • Met het beleidsplan ‘Geef ze de (openbare) ruimte! -2013-2023’ zijn ambities geformuleerd om voor de openbare ruimte in te zetten op de volgende richtingen: gedifferentieerd beheren, participatie van bewoners, integrale uitvoering en meer duurzaamheid. Om dit beleid “handen en voeten” te geven is een meerjarig actieprogramma ingericht. Samen met een groot aantal collega’s van afdeling Stadsbeheer wordt dit programma uitgevoerd. Voor benoemde richtingen worden hierna de belangrijkste vorderingen gemeld.
    Daarnaast gaan we hier in op een aantal actuele thema's.

  • In 2016 zien we wederom dat Nijmegen fors doorgroeit wat betreft afvalscheiding. De bewoners van de stad bieden 68,1% van hun afval gescheiden aan, terwijl dat in 2015 nog 66,6% was.  Voor het eerst werd het gehele  jaar gebruik gemaakt van de nieuwe papiercontainers. Deze papiercontainers werden goed geaccepteerd en helpen de bewoners om oud papier en karton nog beter uit het restafval te scheiden. Een andere substantiële factor voor de hogere afvalscheiding  is het feit dat medio 2016 alle verpakkingen in de Plastic Hero-zak mogen; dus niet alleen plastic maar ook blikjes en drankkartons. Hierdoor is ruim 1 miljoen kilo extra “plastic +”  apart gehouden. Vanuit deze maatregelen gaat dus een positieve stimulans uit om het eigen afval verregaand te scheiden.

  • Eind 2016 is het 'Handboek Nijmegen toegankelijk' aangeboden aan de Raad en met enthousiasme ontvangen. Dit handboek is in goed overleg opgesteld, samen met vertegenwoordigers van de belangengroepen. Het beleid in het handboek stelt normen voor een toegankelijke openbare ruimte en geeft de route aan om de openbare ruimte over circa 10 jaar goed toegankelijk te krijgen voor ouderen en mensen met een functiebeperking. Om het beleid te stimuleren heeft de Raad met ingang van 2016 drie jaar € 100.000,- ter beschikking gesteld.

  • In 2016 hebben we voor het eerst gewerkt met de nieuwe “publieksvriendelijke site” waarop iedere ondernemer kan zien of en zo ja op welke wijze hij reclame mag maken en of hij daarvoor een vergunning moet aanvragen. In het raadsbesluit uit 2015 is gesteld dat we 2016 als een overgangsjaar beschouwen. We hebben vooral veel informatie verstrekt, maar zijn nog niet handhavend opgetreden. De APV zal worden aangepast, zodat we vanaf 2017 aan de juridische voorwaarden voldoen om wel handhavend te kunnen optreden.
    In 2016 is gestart met de pilot Molenstraat. Alle ondernemers waarbij de situatie met betrekking tot reclame niet op orde was, zijn aangeschreven. Een derde heeft de situatie meteen op orde gebracht en met de rest zijn we in overleg over de wijze hoe zij dit gaan doen. Er is weinig bezwaar van ondernemers geweest.

  • Binnen het programma Openbare Ruimte blijft participatie een belangrijk speerpunt. In 2015 hebben we verschillende pilots uitgevoerd  om bewoners op een nieuwe manier te betrekken bij de openbare ruimte. Op basis van deze pilots hebben we in 2016 een interactieve site ontwikkeld waarmee een dynamisch proces wordt ondersteund (www.mijnwijkplan.nl).
    Het aantal projecten op de  participatiekaart, waarbij bewoners zich inzetten voor het onderhoud van de openbare ruimte, is in 2016 gestegen van 251 naar 283. Op de website (www.participatiekaart.nl/nijmegen) staan actuele  foto’s en een toelichting per project.

Sport en Accommodaties
  • Er is in 2016 een start gemaakt met de voorbereiding van de volgende fase van de renovatie van de Vereeniging. Deze bestaat uit het vernieuwen van het backstage-gedeelte in 2017. Daarnaast zijn de werkzaamheden bij de Bastei in volle gang. Verwacht wordt dat deze in 2017 kunnen worden afgerond.  In 2016 is voorts de nieuwe skatevoorziening voor Waalhalla in het CP-Kelco gereedgekomen en hebben we een ingrijpende renovatie van Wijkcentrum  Heseweide gerealiseerd. Eveneens hebben we met onze investeringskredieten wederom een slag gemaakt met asbestinventarisaties en -beheerplannen en asbestverwijdering en hebben we enkele cultuurhistorische panden verbeterd.
    Tenslotte hebben we het zelfbeheer van zwembad Dukenburg vorm kunnen geven en worden de mogelijkheden bij het wijkatelier Lindenholt onderzocht.

  • De Giro d’Italia is in Nijmegen gefinisht op zaterdag 7 mei en gestart op zondag 8 mei 2016. Wij hebben dit bekende sportevenement gebruikt om met side events kinderen en volwassen Nijmegenaren sportief te stimuleren. Samen met de Special Olympics Nationale Spelen was de Giro één van bijzondere sporthoogtepunten in het Kroonjaar 2016.

  • Er is in 2016 een inventarisatie van de panden die in ons bezit zijn uitgevoerd. De eerste bevindingen waren dat er in vergelijking met andere steden in Nederland geen opvallende leegstand van gemeentelijk vastgoed bestaat. Wel hebben een aantal van onze huurders moeite om de huur te betalen, waardoor de totale huuropbrengst enigszins onder druk staat.

  • Naar aanleiding van het Rekenkameronderzoek in 2015 hebben we de aanbevelingen van de Rekenkamer in 2016 opgepakt en zijn gestart met beleidsplan Sport & Bewegen en nota Buitensport.

  • Samen met ketenpartners als SWON, Tandem, Pluryn, SWT en anderen geven we vorm aan de sociale agenda van deze gemeente. Dit jaar zijn we gestart met iets dat uit gaat groeien tot een goede gewoonte. Elk kwartaal komen we bijeen om met elkaar de ontwikkelingen te verkennen. Geen agenda, geen actielijsten, gewoon met elkaar het gesprek aan over wat er gebeurt in deze stad.

  • Op 1, 2 en 3 juli 2016 zijn de Special Olympics gehouden in de gemeenten Wijchen, Berg en Dal en Nijmegen. Een groots sportevenement met 2.400 deelnemers, 800 begeleiders en 2.000 vrijwilligers. Uit de evaluatie van het Mulier-instituut kwam naar voren dat 95% van de ondervraagde betrokkenen positief was over het evenement.

  • Het afgelopen jaar hebben we een start gemaakt met de professionalisering van onze vrijwilligers binnen onze wijkaccommodaties. De inzet van deze vrijwilligers, die onze beheerders ondersteunen  is voor ons zeer belangrijk.

  • In 2016 is de gemeente Nijmegen genomineerd voor ‘beste sportinitiatief van Nederland’ vanwege campagne “Zwemles, een investering voor je leven”. Het gebruik van het Zwemfonds is door de intensieve campagne, individuele gesprekken en zwemarrangementen meer dan verdubbeld. Meer dan 1000personen hebben op de site gekeken naar de informatie over zwemlessen en Zwemfonds in Nijmegen. En het belangrijkste, het percentage schoolverlaters met zwemdiploma A is in een jaar tijd  gestegen van 90% naar 94%.

Stedelijke ontwikkeling
  • Eind 2016 is in de colleges van Arnhem, Nijmegen en de provincie het regionaal bestuursakkoord en de bijbehorende investeringsagenda vastgesteld. In het bestuursakkoord ligt de focus op drie iconen:

    • Ruimte voor werk, kennis en innovatie in Health en Energy
    • Bruisende binnensteden aan de rivier
    • Smart sustainability

    De iconen zijn uitgewerkt in negen opgaven waarvoor de komende jaren financiering beschikbaar komt. De keuze voor de icoonprogramma’s is ingegeven door onze verwachting dat deze nationaal en internationaal opzicht verschil kunnen maken en daarmee ons hele stedelijk netwerk, niet alleen ruimtelijk maar ook sociaal, kunnen versterken. De icoonprogramma's sluiten aan op de aanwezige kwaliteiten in de regio en onze strategische ligging op belangrijke Europese transportassen.
    Én de iconen sluiten aan op belangrijke wereldwijde trends zoals het groeiende belang van kenniseconomie, de aantrekkingskracht van de steden en de duurzame toepassingen van energie en grondstoffen.

  • We hebben in 2016 onze ambtelijke projectorganisatie verder uitgebouwd. We hebben ons aangemeld voor twee landelijke pilots: één voor het Omgevingsplan campus Radboud en één voor de verdere ontwikkeling van het bedrijventerrein TPN West / Engie. Verder zijn we gestart met een pilot voor de Omgevingsvisie,  hebben we een startnotitie met de eerste bestuurlijke keuzes voorbereid en nemen we deel aan diverse landelijke werkgroepen, oa op het gebied van financiën en ICT. Integrale beleidsvorming,  aandacht voor participatie en ruimte geven aan initiatieven zijn kernwoorden. Wij trekken bij de implementatie waar mogelijk samen op met de regio.

  • We hebben in 2016 de visie op de Binnenstad voorbereid als uitwerking van de motie Autoluwe binnenstad. We hebben het Rivierpark geopend en vervolgens in overleg met betrokken partners, bewoners en bezoekers  een start gemaakt met ontwikkelingsgericht beheer. De ervaringen van het eerste jaar verwerken we in een evaluatie. We hebben samen met het programma Grondbeleid een ideeëncompetitie voor het gebied voorbereid. We zijn gestart met  een beleidsactualisatie van Vossenpels als voorbereiding voor een ambitiedocument. We hebben 14 bestemmingsplannen aan de raad ter vaststelling aangeboden en  3 projectafwijkingsbesluiten en 24 gebruikswijzigingen.

  • In 2016 is de woningbouw in Nijmegen weer aangetrokken. We zien met name een toename van de aantallen bouwprojecten met een bouwsom boven € 500.000.
    In 2016 zijn de bouwtaken via outputfinanciering gerealiseerd. Dit betekent dat er niet meer via een inputbegroting de werkzaamheden worden verricht, maar er wordt afgerekend per behandeld product. Hiermee vergroten we transparantie en resultaatgericht werken.  De meeste producten zijn in een Producten en Diensten Catalogus geprijsd, een enkel product is op uurtarief (nacalculatie) afgesproken.
    Met het vaststellen van de verordening kwaliteit vergunningverlening toezicht en handhaving hebben we de kwaliteit voor de uitvoering van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving verder geborgd.
    De ODRN heeft haar eigen kwaliteitsniveau getoetst en een nulmeting uitgevoerd. Op de basistaken voldoet de ODRN aan Landelijke kwaliteitscriteria 2.1 en op specialistische taken is een opleidingstraject vastgesteld om als dienst- en persoonsniveau te kunnen voldoen.

    Het toezicht en de handhaving zijn belangrijke publieke taken vanwege de voortdurende zorg en verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de bebouwde omgeving. Dit geven we vorm door actief te controleren op kwaliteit en veiligheid tijdens de bouw, het actief opsporen van illegale activiteiten en het reageren op (woning)klachten. We zien over 2016 dat het aantal klachten minder is dan geprognotiseerd, maar het aantal klachten dat tot werkelijke handhaving leidt,  groter is dan verwacht.

Veiligheid
  • Op het fysieke veiligheidsdomein zijn we de uitdaging aangegaan om meer te handelen vanuit het vertrouwen in de burger. Een beter risicobewustzijn, meer eigen verantwoordelijkheid en als gevolg daarvan een (pro)actief naleefgedrag zijn daarvan de ankers. Een belangrijk resultaat van dit proces is ons nieuwe Plan van Aanpak Fysieke Veiligheid 2016-2018.

  • Het is van groot belang dat politie en toezichthouders zichtbaar in de wijken aanwezig zijn, integraal samenwerken, daarbij het contact zoeken met wijkbewoners en netwerkpartners en investeren in communicatie en onderling vertrouwen. Vroegsignalering en preventie zijn daarbij belangrijke uitgangspunten. Vanaf 2017 zijn in de begroting van het programma Veiligheid structureel middelen beschikbaar om die samenwerking onder gemeentelijke procesregie nog steviger te organiseren. Dat doen we door in de eerste helft van 2017  Veiliger Wijkteams in de nieuwe opzet in alle stadsdelen te operationaliseren.

  • Voor de versterking van de informatiepositie bij de aanpak van veiligheidscasuïstiek, zowel achter de voordeur als op straat, zijn we na een pilot woninginbraken in 2015 in 2016 gestart met een eigen Intelligence-aanpak. Er is een fenomeenanalyse uitgevoerd naar verwarde personen en vanaf 2017 zullen dashboards zijn ingericht op de belangrijkste veiligheidsthema’s. We verwachten hiermee gerichter en slimmer te kunnen interveniëren op veiligheidscasuïstiek. En tevens verwachten we zo ook de bewoners sterker te kunnen betrekken bij het werk van politie en toezicht in de wijken.

  • In 2016 hebben we met succes een beroep gedaan op de Rijksmiddelen ter versterking van de veiligheidsketen bij de aanpak tegen jihadisme. Die middelen zijn ingezet op 3 pijlers:
    1. De versterking van de signalering en de deskundigheidsbevordering.
    2. De versterking van de moslimgemeenschap.
    3. De versterking van het casusoverleg radicalisering in het Veiligheidshuis.

  • Op het sociale veiligheidsdomein staat de aanpak van veelvoorkomende criminaliteit en ernstige overlast centraal. Dat vraagt intensieve samenwerking tussen gemeente, strafrechtpartners, zorg‐ en hulpverleners en soms ook de burger. In het Veiligheidshuis hebben we die samenwerking succesvol opgebouwd en bevinden we ons in een positie waarin we dicht op alle relevante informatie zitten en snel kunnen bijsturen. Het Veiligheidshuis is dan ook de kern van ons sociale veiligheidsbeleid.

Wijkontwikkeling
  • Elke Nijmeegse wijk heeft zijn identiteit en betekenis voor de stad, met eigen kansen en opgaves. Deze zijn terug te lezen in de Wijkaanpakprogramma's (WAP). Een overzicht van alle WAP's vindt u bij relevante links. Nieuwe WAP's zijn gereed gekomen voor Brakkenstein, Hengstdal, Lindenholt, Midden, Neerbosch Oost, Hees en Hatert. Begin 2017 volgen dan nog Centrum, Bottendaal en Heseveld.

  • Op het gebied van Spelen is i.s.m. studenten van de HAN gestart met de inventarisatie van het gebruik van alle speelvoorzieningen als onderdeel van een meerjarige vervangingsopgave. Een mijlpaal was de opknapbeurt van Dierenweide Kobus waar ook een educatieve ruimte is gebouwd.

  • Een groot aantal initiatieven en resultaten gericht op verbetering leefbaarheid in de wijken heeft ook in 2016 plaatsgevonden. We noemen hier:

    • wijkenfestival in de Honig: 1100 bezoekers en 70 kramen met bewonersinitiatieven. Er zijn in 2016 273 bewonersinitiatieven financieel ondersteund;
    • publieke ondernemingen/bewonersbedrijven:  afronding businessplan Wijkatelier Lindenholt ,  Wijkplaats Buur (Brakkenstein) is  geopend en de Wijkfabriek (Wolfskuil) heeft een structureel onderkomen gevonden aan de Koninginnelaan (pand wordt nog verbouwd);
    • het geven van een kwaliteitsimpuls voor het opbouwwerk via de tijdelijke inzet van externe praktijkontwikkelaars;
    • het vormgeven van de samenwerking tussen SWT, STIP, Opbouwwerk en Wijkmanager via het Vierhoeksoverleg;
    • Het opleidingstraject Urban Partner (leer traject professionals en bewoners) in de Biezen en Heseveld;
    • nieuw wijkblad Hart van Nijmegen (Midden);
    • regie op het participatietraject rondom de herinrichting van de Heijendaalseweg (Brakkenstein) i.v.m. de bouw van een nieuwe basisschool.
    • diverse inhoudelijke en procesmatige bijdrages aan nieuw beleid waaronder opdrachtverlening W4/W2, kamerverhuur en toekomstscenario’s Spoortkuil;
    • het stimuleren van bewonersbetrokkenheid rondom de vluchtelingenopvang Heumensoord
    • projecten m.b.t. de integratie van bijzondere doelgroepen  in de wijk: Buurt met buren in Lindenholt, Hazenkamp dementievriendelijke wijk en de integratie van Eritrese statushouders in Lent;
    • In Hatert, Heseveld en Midden werken professionals en bewoners samen aan een aanpak om sociale spanningen/polarisatie tegen te gaan;
    • In Hatert is i.s.m. Portaal en de bewonerscommissie een overeenkomst gesloten rondom de woningtoewijzing in de Molukse buurt. De bijzondere woningtoewijzing in de Kolping is losgelaten; er ligt een plan voor herstructurering.
Wonen
  • Een voorstel voor een nieuw, aangescherpt kamerverhuurbeleid, ter uitvoering van het Coalitieakkoord, is in gewijzigde vorm vastgesteld. Hierdoor is aanvullende besluitvorming nodig. We hopen nu in de loop van 2017 tot implementatie van een uitvoerbaar beleid over te kunnen gaan.

  • Eind 2016 zijn met 7 woningcorporaties en 6 huurdersorganisaties nieuwe prestatieafspraken getekend. De groenste prestatieafspraken van Nederland, waarvoor we de Stookjerijktrofee kregen. Daarmee is een flink  deel van de opgaven uit de woonvisie verzekerd van uitvoering in de komende jaren. En voor de eerste keer in de geschiedenis tripartite: huurdersorganisaties zaten aan tafel en hebben de afspraken ook ondertekend. Het markeert daarmee ook een nieuwe jaarlijkse cyclus in de samenwerking met deze partijen, gevolg van de invoering van de nieuwe Woningwet. Jaarlijks wordt gemonitord en worden de prestatieafspraken geactualiseerd. Hiermee wordt continu en heel concreet invulling gegeven aan samen werken aan de stad.

  • In 2016 zijn er 200 woningen met zorg opgeleverd. Een mooi aantal, maar minder dan de 350 in de begroting. We zijn wat te optimistisch geweest over het tempo. Deze projecten kennen een relatief lange ontwikkeltijd vanwege veel overleg en onderhandeling met bouwers en zorgpartijen om de zaak rond te krijgen.
    De actualisatie van het  planningskader voor wonen en zorg voor ouderen loopt.  Vraag en aanbod wordt momenteel in beeld gebracht. Daarover is verder overleg gepleegd met de woningcorporaties en met de grote zorgaanbieders. Dit wordt in 2017 afgerond. Voor ouderen betekent dit dat er goede prognoses per woonservicegebied gemaakt kunnen worden. Ook voor andere kwetsbare doelgroepen wordt het planningskader herijkt. De hoge taakstelling van 420 te huisvesten asielzoekers met een status hebben we met 466 gehuisveste personen ruimschoots gehaald.  Voor nadere informatie over dit onderwerp verwijzen we naar het programma Zorg en Welzijn.

  • Met startersleningen stimuleren we al een groot aantal jaren koopstarters bij de aankoop van hun eerste huis. In 2016 zijn 80 leningen verstrekt.  De effecten van een lage hypotheekrente aan de ene kant en  aanscherping van hypotheekvoorwaarden levert voor de startersleningen een stabiel beeld op vergeleken met eerdere jaren. Wel is het gemiddelde bedrag per lening licht gedaald van 29.000 naar 27.000 euro. Door een wijziging van de regels voor hypotheekverstrekking waarbij aflossing verplicht is, is de starterslening in 2016 in technische zin gewijzigd. Voor starters heeft dit amper financiële gevolgen.

  • In 2016 hebben we verder gewerkt aan het realiseren van de woningproductie. Een belangrijk punt, want alleen op deze wijze doen we iets aan een belangrijkste opgave in het woonbeleid: het inlopen van het woningtekort. We hebben gezorgd voor meer planologische capaciteit, en geholpen door een aantrekkende economie is de productie in 2016 gestegen tot 1.300 woningen. Dat is beduidend hoger dan de 1.150 die voor 2016 waren begroot. De meeste woningen worden gebouwd in de twee grootste uitleglocaties: Waalfront, 250 woningen, en Waalsprong met 550 woningen. Van de totale productie zit 50 % in het sociale segment.
    Daarmee is een 2016 een stevige bijdrage geleverd aan de woningproductie. Deze lijn willen we vasthouden.

  • Begin 2016 heeft de raad na een lang traject van overleg met de stad en vele partners de woonvisie "Samen werken aan goed wonen" vastgesteld. Daarmee beschikken we over een actuele woonvisie waarin de belangrijkste opgaven voor de komende jaren zijn aangeven. Daarnaast bevat de woonvisie een uitvoeringskader met concrete uitvoeringspunten. Een actueel woonbeleid is belangrijk,  omdat het doelen benoemd, richting geeft en een kader biedt voor het maken van  prestatieafspraken met woningcorporaties en huurdersorganisaties. Dat zijn belangrijke partijen bij de invulling van een flink deel van de opgaven: betaalbaarheid van het wonen incl. nieuwbouw, verduurzaming van de woningvoorraad , investeren in wonen met zorg en het huisvesten van doelgroepen.

Zorg en Welzijn
  • De overkomst van de nieuwe taken is in 2016 definitief afgerond. De gebiedsgerichte structuur voor ondersteuning en participatie staat. In 2016 is deze gebiedsgerichte structuur verder uitgebouwd en versterkt en  hebben we de eerste  stappen gezet  in de transformatie; de meerwaarde die de bedoeling is van deze grote stelselwijziging. In onze visie is dat mensen zo veel mogelijk in hun kracht zetten en betere ondersteuning: dichtbij, lichter en dus meer waar voor minder geld.De transformatie  is echter een complex proces dat tijd nodig heeft.  Een proces dat vraagt om innovatie en investeringen waarbij de kost soms voor de baat uitgaat. De diverse maatschappelijke businesscases laten zien dat het loont, met niet alleen effect op het zorgdomein, maar ook op aanpalende terreinen als werk en inkomen, onderwijs en veiligheid.  De komende periode zullen wij daarom verder  gaan met het ingezette beleid en het proces van transformatie. Tegelijkertijd krijgen we te maken met verdere kortingen op de budgetten vanuit het Rijk. Desondanks blijven we investeren om de gewenste transformatie mogelijk te maken. Binnen het programma Zorg en Welzijn hebben we de bestemmingsreserves Wmo-Jeugd en Wmo Beschermd Wonen. Deze bestemmingsreserves zijn bedoeld voor het ondersteunen van het transformatieproces in de zorg (maatschappelijke businesscases) en het opvangen van knelpunten en risico’s binnen het programma. De geactualiseerde risico’s voor het programma Zorg en Welzijn hebben een meerjarig karakter en hebben niet slechts betrekking op het jaar 2017. Zo zijn er voor de centrumgemeentetaak Wmo Beschermd Wonen specifieke risico’s met een hoge financiële impact, die zich pas voordoen vanaf 2018 (risico ‘instroom cliënten met een behandelindicatie’ en risico ‘afbouw van behandelplaatsen GGZ’). Om knelpunten en risico’s op te vangen en het transformatieproces in de zorg te ondersteunen, storten we het programmaoverschot bij Zorg & Welzijn in de bestemmingsreserves Wmo-Jeugd en Wmo Beschermd Wonen. Dit conform afspraken in het Coalitieakkoord.

  • In 2016 is de ‘Regionale aanpak Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gelderland-Zuid 2017-2020’ vastgesteld. Hierin zijn regionale uitgangspunten over voortzetting en nieuw in te zetten acties geformuleerd gericht op preventie, signalering, stopzetten geweld en duurzaam herstel. Bij voortzetting van activiteiten gaat het o.a. om specialistische begeleiding en opvang van slachtoffers, acties gericht op preventie en signalering van ouderenmishandeling. Nieuwe activiteiten betreffen o.a. de aandacht voor acute opvang van slachtoffers van seksueel geweld via het Centrum Seksueel en Familiaal geweld, meer aandacht voor preventie/signalering van financiële uitbuiting van ouderen, deskundigheidsbevordering van gebiedsteams en aandacht voor begeleiding bij vechtscheidingen. Naast deze ‘Regionale aanpak…’ is er een ‘Lokale uitvoeringsagenda Huiselijk geweld en Kindermishandeling 2017-2020’ vastgesteld waarin lokaal uit te werken thema’s zijn opgenomen. Accent ligt hier op preventie en signalering waarbij aanbevelingen van de Kinderombudsman voor een groot deel leidend zijn. Het betreft o.a. acties gericht op versterking mogelijkheden screening, signalering, weerbaarheid jeugd, deskundigheidsbevordering,  netwerkvorming  en stimulering beschikbaarheid van aandachtsfunctionarissen.

  • In de zomer 2015 is Europa geconfronteerd met een grote toestroom van vluchtelingen. Voor Nederland betekende dit ongeveer 3000 vluchtelingen per week. In reactie daarop hebben de gemeenten Heumen en Nijmegen een grote krachtsinspanning geleverd met de tijdelijke opvang van 3000 vluchtelingen op Heumensoord. Deze opvang is de eerste helft van 2016 nog operationeel geweest, tot en met mei. Aansluitend hierop is het COA aangeboden om een tijdelijke noodopvang te realiseren in het voormalige belastingkantoor aan de Stieltjesstraat voor de opvang van 500 vluchtelingen. Dat bleek uiteindelijk niet langer nodig, door de sterk dalende instroom van vluchtelingen. Inmiddels is afgesproken dat er een tijdelijk AZC komt voor 300 personen.

    Op 16 maart 2016 heeft de Raad van Nijmegen de Aanpak Verhoogde Instroom Vluchtelingen aangenomen. Hierin is prioritering gegeven aan uitgangspunten op de thema’s in de vluchtelingenketen. Op 28 april 2016 is het Uitwerkingsakkoord  Verhoogde asielinstroom vastgesteld. In dit akkoord staan afspraken tussen het Rijk, Provincie en gemeenten over hoe om te gaan met de hoge vluchtelingeninstroom.
    Daarin is onder andere opgenomen dat vergunninghouders een Participatieverklaring dienen te ondertekenen, waarin deze verklaart op de hoogte te zijn van de Nederlandse kernwaarden ‘vrijheid, gelijkwaardigheid, solidariteit en participatie’. In december hebben de eerste 50 vergunninghouders deze verklaring getekend, waaraan een programma van vier bijeenkomsten vooraf ging.

    Met de wetswijziging in 2013 is de verantwoordelijkheid voor de inburgering bij de vergunninghouder zelf neergelegd. Dit heeft slecht uitgepakt. Zo is landelijk slechts ongeveer een derde van de nieuwkomers geslaagd voor het inburgeringsexamen. Daarom is in 2016 vooral gewerkt aan een beleidsintensivering om de inburgering van de hogere instroom vergunninghouders in goede banen te leiden. Dit is gedaan in samenwerking met alle meest betrokken partners. Eind 2016 heeft een opdrachtverlening plaatsgevonden aan samenwerkende organisaties voor de uitvoering 2017.

    Verhoogde taakstelling huisvesting statushouders gehaald
    Ieder jaar vestigen zich nieuwe vergunninghouders in onze stad. In 2016 was sprake van een verhoogde instroom, met een taakstelling van 420 personen. Het was dan ook een flinke opgave om iedereen te huisvesten en in te burgeren in onze stad. Onderdeel hiervan was het huisvesten van 97 Eritrese jonge mannen tussen 18 en 23 jaar oud in een voormalige studentenhuisvesting. Daarnaast is gezocht naar mogelijkheden om bestaande panden tijdelijk te gebruiken voor huisvesting en zijn locaties geselecteerd om tijdelijke nieuwbouw te realiseren. Daarvan is tot nu toe geen gebruik gemaakt, omdat het lukte om via bijzondere bemiddeling iedereen te huisvesten in bestaande huurwoningen. Via Talis zijn twee nieuwbouwwoningen tijdelijk ingezet voor het huisvesten van 8 alleenstaande vergunninghouders. Dit alles heeft geresulteerd in een plaatsingsresultaat van 103%.

    Stevige infrastructuur voor gezondheidspreventie
    Het jaar 2016 was het laatste jaar van het gezondheidsbeleid “samen gezond verder”. Samen met de partners in de stad hebben we geconcludeerd dat veel activiteiten en onderdelen van het beleid de afgelopen jaren zijn uitgevoerd en dat er goede resultaten zijn geboekt. Een ruime meerderheid van de Nijmegenaren ervaart zijn / haar gezondheid als goed. Het aantal kinderen met overgewicht/obesitas daalt en het aantal jongeren dat alcohol gebruikt neemt af. Tegelijkertijd is er nog altijd gezondheidswinst te behalen en blijft specifieke aandacht nodig voor onder andere jeugd, ouderen, mensen die leven in armoede en mensen met een migrantenachtergrond.

    In de stad Nijmegen is er een netwerk van diverse partijen waarmee we en stevige preventiestructuur neerzetten die zowel op wijk-, stads- als regioniveau actief is. Een netwerk waarop verder gebouwd kan worden. In 2016 zijn we samen met Radboudumc in gesprek geweest over verdere samenwerking op preventie. Dit zal in 2017 resulteren in een concrete samenwerking, samen met inwoners en andere organisaties, instellingen en bedrijven onder het motto ‘Groen, Gezond en in Beweging’.
    Met de startnotitie over de Gezondheidsagenda 2017-2020 zijn de hoofdlijnen bepaald van de komende beleidsperiode. In 2016 zijn deze lijnen verder uitgewerkt en de gezondheidsagenda wordt in het eerste kwartaal van 2017 aan de raad aangeboden.

    Implementatie nieuwe vrijwilligerswerkbeleid
    In 2016 is het nieuwe vrijwilligersbeleid geïmplementeerd. Zo hebben we het Vrijwilligersfonds opgericht om vrijwilligersinitiatieven middels kleine budgetten te ondersteunen bij de waardering en werving van hun vrijwilligers. Met de maatschappelijke business case Maatjesprojecten hebben we in beeld gebracht wat de maatschappelijke effecten van de inzet van vrijwillige maatjes is en hoe we vanuit beleid hier op kunnen ondersteunen. We hebben in 2016  extra maatjesprojecten gefaciliteerd, evenals specifieke projecten als Bijzonder Werkt (vrijwilligerswerk door mensen met een GGz achtergrond).

    Een netwerk van inloop en dagbesteding
    Vanaf 2015 is ons doel een netwerk van inloopvoorzieningen voor mensen met Ggz problematiek te realiseren, dat zoveel mogelijk aansluit op de lokale (wijk)welzijnsvoorzieningen. Hetzelfde geldt voor de dagbesteding voor ouderen. In 2015 is hiertoe het netwerk dagbesteding ouderen opgericht, dat ook in 2016 zonder wachtlijsten heeft kunnen werken en een meer gespreid aanbod over de stad heeft gerealiseerd. Ook bij de GGz-inloop is betere samenwerking gerealiseerd. Zo organiseren het Zelfregiecentrum en Ixta Noa in 2016 iedere ochtend de inloop ‘Bij St. Joris op de thee’ en heeft het RIBW een inloop (gecombineerd met dagbesteding) bij het Oud Burgeren Gasthuis. De vier hobbycentra bieden oudere wijkbewoners en mensen met een beperking een veilige plek voor ontmoeting, activiteiten en dagbesteding. In 2016 hebben we het aanbod op peil kunnen houden door de  bezuinigingstaakstelling te schrappen.

    Basisinfrastructuur Welzijn: van W4 naar W2
    In de Raamovereenkomst Basisinfrastructuur Welzijn 2014-2017 hebben we afspraken gemaakt met de vier grote Welzijnsorganisaties over samenwerking  en een nieuwe werkwijze met onder meer de Sociaal wijkteams en de Stips. De ervaringen in de afgelopen periode hebben geleid tot het besef dat een nog verdergaande samenwerking gewenst is. Daarom is een keuze gemaakt voor een verandering naar twee nieuwe organisaties. Swon het seniorennetwerk en NIM Maatschappelijke werk zijn in 2016 gefuseerd tot een 1e lijns welzijnsorganisatie. Tandem Welzijn en Het Inter-Lokaal zullen in de loop van 2017  fuseren tot een 0e lijns welzijnsorganisatie met een focus op activering, kansen en mogelijkheden. Medewerkers van MEE Gelderse Poort zijn gedurende 2016 overgegaan naar NIM Maatschappelijk werk. Hiermee is in 2016 een belangrijke stap gezet voor het afbouwen van bestaande  projectstructuren en krijgt de organisatie van de sociaal wijkteams en de stips vaste vorm.

    In 2016 hebben we voorbereidingen getroffen voor een nieuwe meerjarige raamovereenkomst. In deze voortgezette raamovereenkomst 2017-2020 bevestigen wij de samenwerking met de twee fusieorganisaties. Onderdeel van de raamovereenkomst is een vernieuwingsagenda met thema’s die de komende jaren verder doorontwikkeld worden. De raamovereenkomst met de vernieuwingsagenda biedt de continuïteit van de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de W2-partners voor de Basisinfrastructuur Welzijn. De focus ligt nu op een meer geïntegreerde, gebiedsgerichte uitvoeringspraktijk in samenhang met de andere partijen in het preventieve veld, met zorgaanbieders, met onderwijs en met het domein werk, inkomen en armoedebestrijding. De gebiedsgerichte uitvoeringspraktijk is gericht op:
    - het verbinden van de verschillende levensgebieden: vrije tijd, leren, werken, inkomen, wonen, zorg, etc.
    - het verbinden van burgers, vrijwilligers, ervaringsdeskundigen en professionals die samen werken in de wijk.
    - toegankelijkheid van voorziening voor alle doelgroepen.

  • Beschermd Wonen is een kostbare voorziening. In 2015 en 2016 ontstond er tussen diverse gemeenten discussie over de toegang tot Beschermd Wonen. In de wettekst van de Wmo staat dat Beschermd Wonen landelijk toegankelijk is, waar wij tot nu toe ook naar hebben gehandeld. Diverse gemeenten zagen zich echter genoodzaakt (vaak door een  beperkt budget) om cliënten van buiten de regio de toegang tot beschermd wonen te ontzeggen op basis van regiobinding. Ook wij hebben meerdere malen een stevige discussie gehad met omliggende gemeenten over de toegang van cliënten. De VNG heeft als gevolg een convenant opgesteld en een set modelbeleidsregels aan de hand waarvan landelijk wordt afgesproken wat de voorwaarden voor toegang zijn. De gemeente Nijmegen heeft de beleidsregels mede ontwikkeld. Met dit convenant, eind 2016 ondertekend door alle centrumgemeenten, is er nu helderheid voor cliënten waardoor zij niet meer van het kastje naar de muur worden gestuurd. Ook is er tot nu toe vrijwel geen discussie meer tussen gemeenten over de toegang.

  • In 2016 hebben we werk gemaakt van diversiteit en cultuursensitief werken in Welzijn en Zorg. Niet alleen hebben we nieuw aanbod ontwikkeld en ingekocht, zoals het Time out huis, om de zorg voor migrantenjongeren toegankelijker en effectiever te maken en hebben we diverse kleine aanbieders Wmo en Jeugd gecontracteerd met een cultuurspecifieke benadering of expertise.  Maar vooral hebben we good practices om de diverse doelgroepen goed te bereiken gestimuleerd en gecontinueerd, zoals het EIF project in de “School als vindplaats”,  waarmee we veel migrantengezinnen bereiken. We hebben met het netwerk “cultuursensitief werken” (bestaande uit diverse professionals met ervaring en expertise) een impuls gegeven aan de scholing en kennisoverdracht, en  we hebben diverse inkoopvoorwaarden van Wmo-voorzieningen en Jeugdzorg aangescherpt. Tenslotte hebben we in de opdracht aan de W4 expliciet aandacht besteed aan diversiteit. De W4 organisaties hebben een gezamenlijk visiedocument opgesteld en vertaald in een concreet plan van aanpak 2016. We hebben afspraken gemaakt met de W4 over inzet en resultaten op de domeinen: organisatiebeleid, personeel en de doelgroep/klanten. Ten aanzien van seksuele diversiteit
    hebben we in samenwerking met de organisaties in de stad in 2016 een nieuw uitvoeringsprogramma seksuele diversiteit gemaakt, dat begin 2017 zal worden vastgesteld.

  • Vanaf juni 2016 is de gemeente Nijmegen overgestapt op een andere werkwijze in de maatwerkvoorziening hulp bij het huishouden. De hulp bij het huishouden is niet meer gebaseerd op een standaard aantal uren, maar een persoonlijk plan van aanpak voor een schoon en leefbaar huis. Hierin is niet het aantal uren maar het resultaat leidend. De gemeente heeft hulp bij het huishouden opnieuw aanbesteed, waardoor er keuze is uit meer aanbieders. Als gevolg hiervan zijn er veel herindicaties uitgevoerd  die tot weinig bezwaren/klachten hebben geleid.

  • In 2016 zijn de Stips en Sociaal Wijkteams verder versterkt, inhoudelijk en in omvang. De Stips fungeren als eerste aanspreekpunt in de wijk. Vrijwilligers, dichtbij in de wijk vervullen een cruciale rol in preventie en in het  verwijzen naar zorg. Als er meer zorg of ondersteuning nodig is, zijn de SWT's aan zet. Zij bieden kortdurende ondersteuning, stimuleren preventieve activiteiten en leiden zo nodig toe naar meer gespecialiseerde zorg of ondersteuning. De SWT's slagen er steeds meer  in om aan alle burgers passende zorg en ondersteuning te bieden. Inwoners zijn  tevreden over de ondersteuning die zij vanuit het SWT krijgen. De samenwerking met partners in de wijk heeft steeds meer vorm gekregen. De SWT's en Stips hebben zich ontwikkeld tot een belangrijke schakel tussen inwoners en tot een verbinding tussen de verschillende vormen van zorg en ondersteuning, van algemeen en vrijwillig tot gespecialiseerd en professioneel. Dit succes had echter ook een keerzijde. In de eerste helft van 2016 bleek dat wachtlijsten en werkvoorraden, ondanks de enorme inzet van vrijwilligers en professionals, op liepen. Er is daarom tijdelijk extra formatie toegevoegd aan de Stips en de SWT's. Op basis van de resultaten van de tweede helft 2016 en de eerste helft 2017 wordt bekeken wat er structureel nodig is.

  • We hebben nieuwe afspraken gemaakt met de W2 en de GGD over hun inzet op opvoedondersteuning. Daarbij hebben wij nog meer dan voorheen aangestuurd op laagdrempelig aanbod dat wijk- en vraaggericht wordt ingezet. Speciale aandacht gaat uit naar opvoedondersteuning voor migrantenouders.  De maatschappelijke businesscase gericht op vindplaatsgericht werken heeft aangetoond dat het loont om vroegtijdig ambulante jeugdhulp in te zetten op vindplaatsen als school en kinderdagverblijf. Kinderen worden op jongere leeftijd en eerder gezien in nauwe afstemming met ouders en laagdrempelig geholpen waardoor zij later geen/minder beroep meer hoeven doen op  (zware) jeugdhulp. Om deze reden continueren wij de inzet van 2e lijns jeugdhulp op school en in de kinderopvang. De professionals in de wijk en op de scholen weten elkaar steeds beter te vinden en hebben ook behoefte om elkaar te ontmoeten en samen te werken.
    Er zijn in 2016 nieuwe afspraken gemaakt met de W2 en Futsal Chabbab over de inzet op jongerenwerk. Daarnaast hebben we de subsidie voor jongerenwerk Staddijk beëindigd en een nieuwe opdracht aan Jongerenwerk Dukenburg gegeven.

    De bevindingen van het, breed uitgevoerde, cliëntervaringsonderzoek WMO en Jeugd leiden over de hele breedte tot een positief beeld, zowel bij de cliënten Wmo de Jeugdhulp, incl. ouders.

  • We hebben de afspraken met de aanbieders met specialistische expertise op het gebied van jeugd en veiligheid aangescherpt. Afgesproken is de hulpverlening aan gezinnen met veiligheidsproblematiek nog meer wijkgericht in te zetten. De hulpverlening gaat zoveel mogelijk uit van  zelfregie en zelf oplossend vermogen, maar biedt tevens een duidelijke grens als de veiligheid voor kinderen niet meer gewaarborgd kan worden.
    We zijn in 2016 gestart met het implementatieproject casemanagement binnen de veiligheidsketen.
    We hebben een samenwerking tot stand gebracht met JJI de Hunnerberg en faciliteren de pilot kleinschalige voorziening, waarin we ruimte geven aan jeugdigen met een andere hulpvraag.
    De samenwerking tussen Onderwijs, leerplicht en de jeugdreclasseringspartijen is verstevigd waardoor door er meer dan voorheen ruimte is voor preventie.

    We zien in 2015 en 2016 een verdrievoudiging van het aantal meldingen van kindermishandelingen. Burgers en professionals maken veel gebruik van de expertise van Veilig Thuis. Echter de grote toestroom en andere randvoorwaardelijke zaken hebben gezorgd voor een moeizame start van Veilig Thuis, waarbij de wachtlijsten onaanvaardbaar  opliepen.  Om deze reden hebben we in 2016 de noodzakelijke investeringen gedaan bij zowel Veilig Thuis als het lokale veld. De verwachting is dat Veilig Thuis in  2017 zal uitgroeien  naar een stabiel en kwalitatief sterkere organisatie die toegerust is op haar taken.

  • In 2016 is via een bestuurlijke aanbestedingsprocedure gewerkt naar nieuwe contracten 2017 met aanbieders jeugdhulp met verblijf. In deze contracten wordt gestuurd op de duur van de zorg. Jeugdigen moeten niet langer in zorg blijven dan nodig is. Afschaling naar lichtere zorg en afbouw van zorg (mits verantwoord en mogelijk) is belangrijk. De vele gesprekken tussen jeugdzorgaanbieders en gemeente waren erg waardevol
    We hebben in 2016 moeten constateren dat er regelmatig geen geschikte residentiële plek kan worden gevonden  voor jeugdigen met een complexe zorgvraag. Om dit op te lossen is een casusoverleg jeugdhulp met verblijf ingericht, waarin jeugdzorgaanbieders, onder regie van de gemeente met elkaar zoeken naar een goede plek voor elk kind. Er is een analyse verschenen (“Tussen Schip en Wal”)  waarin de belangrijkste knelpunten voor  jongeren met een jeugdhulpachtergrond tussen 17 en 23 jaar worden beschreven. Er zijn oplossingsrichtingen en verbetertrajecten benoemd die door de regio Nijmegen bestuurlijk zijn omarmd. Een regionaal projectleider gaat vanaf 2017 uitvoering geven aan deze oplossingsrichtingen en verbetertrajecten

  • Vanaf 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de nieuwe Jeugdwet en extra Wmo taken (begeleiding, dagbesteding en beschermd wonen GGZ). Gezien de vergroting van de verantwoordelijkheid voor (extra) kwetsbare doelgroepen en het bijbehorende budget, zijn ook de risico’s op onrechtmatigheden groter geworden. Vanuit de wettelijke verdeling van taken en verantwoordelijkheden zijn gemeenten zelf primair verantwoordelijk voor het voorkomen en aanpakken van mogelijke fouten en fraude met zorggeld.
    De regionale visie op handhaving, is een eerste vereiste om effectief te kunnen handhaven. Voor de bestrijding van misbruik, oneigenlijk gebruik en handhaving Wmo 2015 en Jeugdwet sluiten we aan bij de methodiek, zoals die wordt toegepast bij de uitvoering van de Participatiewet: hoogwaardig handhaven. De ontwikkelde visie op handhaving hebben wij vertaald in werkprocessen en een uitvoeringsplan. Op deze wijze hebben wij geborgd dat signalen van kwalijke praktijken in de zorg op een effectieve wijze worden aangepakt. Daarnaast zijn we in juni 20016 gestart met een regionaal Meldpunt Signalen Zorg. Dit is een regionaal initiatief in aanvulling op het Landelijke Meldpunt Zorg. Het meldpunt is toegankelijk voor inwoners, verwijzers, zorgverleners en zorgaanbieders vanuit de hele regio. Het meldpunt registreert signalen in een databank, maakt een dossier aan en stuurt de melder hiervan een bevestiging. Dit kunnen signalen zijn over Wmo- en Jeugdzorg gecontracteerde aanbieders, maar ook over Pgb-aanbieders. In de projectgroep kwaliteit en handhaving wordt bekeken welke vervolgstappen genomen worden, dit kan variëren van een gesprek met de contractmanager tot aan het instellen van fraude- en rechtmatigheidsonderzoeken.  In 2016 hebben wij diverse kwaliteitsonderzoeken en rechtmatigheidsonderzoeken uitgevoerd op zorgaanbiedersniveau.

  • In 2016 zijn we gestart met de voorbereiding van het meerjarig beleidsplan beschermd wonen en maatschappelijke opvang en de transformatie. We staan voor de opgave om beschermd wonen en maatschappelijke opvang toekomstbestendig te organiseren en inhoudelijk door te ontwikkelen.

    Medio 2016 kwam de focus te liggen op het in gang zetten van de transformatie van Beschermd Wonen en innovatie. Een aantal uitgangspunten van de transformatie van beschermd wonen zijn inclusiviteit en normalisering, de opgave is ambulantisering. Voor de cliënten vertaalt dit zich naar adequate ambulante ondersteuning gericht op herstel en zelfregie van de cliënt maar ook naar nieuwe woonvormen die recht doen aan zowel de behoeften van de doelgroep als de zorgen van wijkbewoners. In 2016 is er een pilot ontwikkeld door de RIBW, woningcorporatie Portaal en de gemeente Nijmegen, het project Wonen met Perspectief in het pand Doddendaal.  In een soort ‘aanleunconstructie’ (aan een kleine 24-uursvoorziening) worden bewoners aan de hand van intensieve begeleiding in een relatief korte periode begeleid naar zelfstandig wonen. Wanneer bewoners er klaar voor zijn, maken ze de stap naar zelfstandig wonen in een woning toegewezen door de samenwerkende woningcorporaties.  Gaat het niet goed, kunnen ze terugvallen op een intramurale voorziening. Over dit project is in 2016 akkoord bereikt en in april 2017 wordt hier een start mee gemaakt.

    Een van de andere speerpunten in de samenwerking tussen de gemeente en de zorgaanbieders beschermd wonen in 2016 was de ontwikkeling van een aanpak van de wachtlijst.  We hebben een plan van aanpak ontwikkeld op de wachtlijst beschermd wonen. Daarnaast hebben we de aanbieders een aanbod gedaan om een deel van de cliënten die op de wachtlijst staan intramuraal te plaatsen.  Het gaat dan om de cliënten met een zwaardere zorgvraag. In het kader van de doelstelling ambulantisering hebben we voorgesteld om de cliënten met een lichtere zorgvraag ambulant te begeleiden, al dan niet intensief.   De resultaten hebben geleid tot een tweetal concrete innovatieplannen gericht op het plaatsen van de groep urgent wachtenden door het laten uitstromen van de cliënten die ambulant begeleid kunnen worden. Hierdoor wordt de wachtlijst beschermd wonen naar verwachting ingeperkt.